Inhoudsopgave
Advertenties
3 - Beschrijving
DynamicFluid4 drukregeling
Traditioneel begint de spuitregeling wanneer de doppen worden geopend. DynamicFluid4 zorgt voor een dynamisch
proces van de spuitregeling, zelfs als de spuitdoppen zijn gesloten.
Het DynamicFluid4 maakt daarbij gebruik van 5 sensors waarmee de spuitcomputer een optimale regeling berekent. De
sensors fungeren ook als back-up voor elkaar en zorgen dat het systeem de regeling kan blijven uitvoeren, zelfs als een of
meer sensorsignalen uitvallen.
Deze 5 sensors meten:
1. Rijsnelheid.
2. Pompsnelheid (omw/min).
3. Openingshoek regelkraan.
4. Vloeistofstroom.
5. Vloeistofdruk.
DynamicFluid4 maakt gebruik van de volgende parameters/variabelen:
• Rijsnelheid.
• Pompsnelheid (omw/min).
• Actieve secties.
Onmiddellijk nadat de bestuurder wijzigingen invoert, brengt
DynamicFluid4 de regelkraan naar de berekende benodigde stand.
Tijdens de spuitwerkzaamheden zijn er twee scenario's:
Doppen AAN
De sensorinvoer naar het regelsysteem is ingeschakeld.
Doppen UIT
Het regelsysteem is nu gebaseerd op een simulatie van de vorige spuitsituatie. Deze functie heet FeedForward en voorspelt
de juiste opening van de regelkraan. Ook bepaalt FeedForward razendsnel de juiste dosering als de doppen opengaan.
Zelfs bij het sluiten van op één na alle spuitdoppen op een zeer brede spuitboom wordt snel een correcte en stabiele
toedieningshoeveelheid bereikt. Het voordeel is een nauwkeuriger dosering bij de start van het spuiten.
Functies van DF4
• Het regelen van de druk, het verzorgen van een snelle reactie en het voorkomen van lekken wordt verzorgd door twee
keramische schijven.
• Zeer snelle en nauwkeurige regeling wanneer alle sensoren zijn geactiveerd, de in de controllermenu's uitgevoerde
configuratie juist is en pomp, filters en kranen in goede staat zijn. Het systeem meet en berekent 20 keer per seconde.
• Snel reagerende kraan bij in- en uitschakelen van secties en bij snelheidsveranderingen.
• Optimale AutoSectionControl-functie die voorspelt welke spuitboomsecties worden geopend/gesloten en wat de
optimale spuitdopdruk is.
• Geoptimaliseerd voor verschillende aftakassystemen.
• Bewaking spuitdop. Geen configuratie of afstelling nodig voor doppenwisseling.
• Op het controller-scherm staat de huidige afgifte in vergelijking met de nominale afgifte Significante afgifteverschillen
worden veroorzaakt door fouten in het vloeistofsysteem, zoals:
• Ernstige filterverstopping.
• Ernstige lekkage van slangen of aansluitingen
• Alle functies blijven in werking, echter met verminderde prestatie (noodloopmodus), als:
• Storingen optreden in het vloeistofsysteem, zoals pompdefecten, verstopte filters of lekkende kranen.
• Storingen optreden van de druksensor, doorstroomsensor of pompsensor.
• Onjuiste configuratie van veldspuitgegevens in de menu's.
50
Advertenties
Inhoudsopgave
