44
gegeven zijn. Voor de vereiste vrije ruimte rond de omvormermodule zie pagina
47.
• Ventileer ook de warmte afgegeven door kabels en overige apparatuur.
• Zorg er voor dat de luchtinlaten en -uitlaten groot genoeg zijn zodat er
voldoende lucht in en uit de kast kan stromen. Dit is essentieel voor een juiste
koeling van de omvormermodule.
• Voorzie de lucht-inlaten en -uitlaten van roosters die:
- de luchtstroom leiden
- beschermen tegen aanraking
- voorkomen dat waterspatten de kast binnendringen
• Onderstaande tekening toont twee typische oplossingen voor koeling van de
kast. De luchtinlaat zit onder in de kast, terwijl de uitlaat bovenin zit, ofwel in het
bovenste deel van de deur, ofwel in de bovenkant. We raden aan om de
luchtuitlaat op de bovenkant van de kast te maken. Gebruik een extra
afzuigventilator als de luchtuitlaat zich in de kastdeur bevindt.
• De interne koelventilatoren van de omvormermodules en reactoren/
smoorspoelen zijn doorgaans voldoende om de temperatuur van de onderdelen
laag genoeg te houden in IP22 kasten.
• In IP54 kasten worden dikke filtermatten gebruikt om te voorkomen dat
waterspatten de kast binnenkomen. Dit brengt met zich mee dat er extra
koelapparatuur geïnstalleerd moet worden, zoals een hete-lucht afzuigventilator.
Planning van de installatie in de kast
Luchtuitlaat
Luchtinlaat
Luchtinlaten en -uitlaten in de kastdeur
Luchtstroming in de omvormermodule