115
Controleer dat ...
De behuizingen van de apparatuur in de kast hebben een goede galvanische verbinding met de veiligheidsaarde-
rail van de kast; de aansluitoppervlakken op de bevestigingspunten zijn blank (ongelakt) en de verbindingen zijn
vast, of er zijn afzonderlijke aardgeleiders geïnstalleerd.
De voedingsspanning komt overeen met de nominale ingangsspanning van de omvormer. Controleer het
typeplaatje.
De voedingskabel is aangesloten op de juiste klemmen, de fasevolgorde is correct, en de klemmen zijn vastgezet.
(Trek aan de geleiders om dit te controleren.)
Geschikte AC-zekeringen en hoofd-scheidingsschakelaar zijn geïnstalleerd.
De motorkabel is aangesloten op de juiste klemmen, de fasevolgorde is correct, en de klemmen zijn vastgezet.
(Trek aan de geleiders om dit te controleren.)
De remweerstand (indien aanwezig) is aangesloten op de juiste klemmen, en de klemmen zijn vastgezet. (Trek
aan de geleiders om dit te controleren.)
De motorkabel (en remweerstandskabel, indien aanwezig) is uit de buurt van andere kabels geleid.
De remweerstandskabel is uit de buurt van andere kabels geleid.
Er zijn geen condensatoren voor arbeidsfactorcompensatie op de motorkabel aangesloten.
De eventuele besturingskabels zijn aangesloten op de juiste klemmen, en de klemmen zijn vastgezet. (Trek aan
de geleiders om dit te controleren.)
Als er een bypass-aansluiting gebruikt gaat worden: De direct-on-line magneetschakelaar van de motor en de
magneetschakelaar van de omvormer-uitgang zijn ofwel mechanisch of elektrisch vergrendeld, d.w.z. dat ze niet
tegelijkertijd kunnen worden gesloten.
Er bevinden zich geen gereedschappen, vreemde voorwerpen of stof van het boren in de omvormer.
Alle afschermingen en de kap van de aansluitkast van de motor zijn op hun plaats. Kastdeuren zijn gesloten.
De motor en de aangedreven apparatuur zijn gereed voor opstarten.
Checklist installatie