Banden
Banden
Let ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optima-
le prestatie, levensduur en veilige werking
van uw scooter.
Bandspanning
De bandspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en eventueel worden
bijgesteld.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
X@
8 De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).
8 De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
DAU04551
voor dit model is vastgesteld.
DW000082
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage
6-24
Bandenspanning
(gemeten op koude banden)
Belasting*
Voor
175 kPa
Tot 90 kg
(1,75 kgf/cm
1,75 bar)
200 kPa
90 kg–maximale
(2,00 kgf/cm
2,00 bar)
Maximale belasting*
178 kg
en accessoires
Achter
200 kPa
2
2
,
(2,00 kgf/cm
,
2,00 bar)
225 kPa
2
2
,
(2,25 kgf/cm
,
2,25 bar)
6