PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
1
2
3
1. Olievuldop
2. Merkstreep maximum niveau
3. Merkstreep minimum niveau
3. Wacht een paar minuten om de olie
tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
6
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem
dan weer uit om het olieniveau te
controleren.
OPMERKING:
De motorolie moet tussen de merkstre-
pen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merks-
treep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbe-
volen soort, bij tot het correcte
1
niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening
en draai dan de olievuldop vast.
1. Aftapplug motorolie
Verversen van de motorolie
6-15
1. Start de motor, laat hem een paar
minuten warmdraaien en zet hem
dan uit.
2. Zet een oliecarter onder de motor
om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen.
1