Ontluchten met de ontluchtingspomp
Wanneer de lucht niet wordt afgevoerd vanwege een
storing van de elektromagnetische brandstofpomp, kan de
lucht worden afgevoerd met alleen de ontluchtingspomp.
1. Controleer of de kraan (1) onder de brandstoftank open
staat.
2. Draai de ontluchtingsplug (2) op het
hoofdbrandstoffilter los.
3. Voer brandstof aan met behulp van de
ontluchtingspomp (3).
Zodra er geen luchtbellen via de ontluchtingsplug (2)
meer naar buiten komen, draait u de ontluchtingsplug
(2) weer aan.
4. Na het aandraaien van de ontluchtingsplug (2), maakt u
ongeveer 150 slagen met de ontluchtingspomp (3).
5. Veeg eventueel gemorste brandstof weg.
6. Start de motor. Controleer of er geen brandstoflekkages
zijn. Wanneer de motor niet start, herhaalt u de
bovenstaande procedures vanaf stap 1.
Maat sleutel: 10 mm
Indien er lucht aanwezig is na de common-rail
In het geval dat er lucht is gemengd in het
brandstofsysteem door gebrek aan brandstof en de motor
is moeilijk te starten, ontlucht dan aan de hand van de
onderstaande procedure.
1. Ontlucht de toevoerpomp van de motor volledig tot
het niveau van de ingang volgens de bovenstaande
procedures.
2. Bedien de startmotor voor lang starten binnen
20 seconden. Zet het contactslot terug in de stand
OFF (UIT) als de motor niet start. Wacht minstens
60 seconden en probeer het dan opnieuw.
ONDERHOUD
3
ZX135US-5B
7-58
1
2
3
M1U4-07-042
ZX225USLC-5B,
225USRLC-5B
MDAA-07-007
Hoofdfilter
M1GR-07-010
M81U-07-030