Werking cabineverwarming
1. AUTO-schakelaar (6):
Aan de hand van signalen van diverse sensoren
selecteert de aircoversterker automatisch de
ventilatieopeningen van de luchtinstroming, de
luchtaanzuigpoorten en de temperatuur van de
luchtinstroming bij de ventilatieopening en regelt
hij de aanjagersnelheid.
2. Schakelaar temperatuurregeling (5):
Stel met behulp van de temperatuurregelingsschakelaar (5)
de temperatuur zo in dat "25,0" wordt aangegeven op
de monitor. Regel zo nodig de luchttemperatuur in de
cabine met behulp van deze schakelaar.
3. Naar behoefte:
Gebruik de modusschakelaar (5) om de ventilatieopening
handmatig te selecteren.
Gebruik de aanjagerschakelaar (6) om de
aanjagersnelheid handmatig te regelen.
Gebruik het instelscherm van de airconditioning op
de monitor om de ventilatieopening in de modus
buitenlucht of de circulatiemodus te houden.
Gewoonlijk schakelt de cabineverwarming de
ontvochtigerfunctie UIT, maar deze functie wordt
IN geschakeld door de A/C op AAN te zetten in het
instelscherm van de airconditioning.
CABINE
1-108
5
6
MDAA-01-040