Nooduitgang
Ontsnap in noodgevallen op een van de volgende manieren
uit de cabine:
d
VOORZICHTIG: Bij het ontsnappen uit de cabine in
noodgevallen bestaat altijd het gevaar op vallen,
hetgeen kan leiden tot ernstig persoonlijk letsel.
Ontsnap op een zo veilig mogelijke manier uit de
cabine, afhankelijk van de positie van de machine
en de situatie buiten.
1. Sluit de cabinedeur. Ontsnap door de deur.
2. Als de deur van de cabine moeilijk geopend of gebruikt
kan worden, gebruik dan de bovenruit. Ontsnap door de
ruit.
f
OPMERKING: De stickers van de nooduitgangen (2) zijn op de
voor- en achterruit geplakt. Zie pagina "BOVENRUIT OPENEN",
voor de juiste manier om de bovenruit te openen.
d
VOORZICHTIG: Als de sticker (3) op de vooruit is
geplakt, kan het glas worden gebroken. Als de sticker (3)
niet op het glas van de voorruit is geplakt, kan het glas
niet worden gebroken met het noodhamertje (1). Let
op dat u niet gewond raakt aan stukken gebroken glas.
3. Als het moeilijk is de bovenruit te openen, controleer
dan of de sticker (3) op het glas van de ruit is geplakt.
Als de sticker (3) op het glas van de voorruit is geplakt,
breek dan het glas van de ruit met het noodhamertje (1)
dat zich links in de cabine bevindt. Ontsnap vervolgens
door de gebroken ruit.
4. Als de sticker (3) niet op het glas van de voorruit is
geplakt, of als de voorruit niet kan worden gebruikt om
door te ontsnappen, breek dan het glas van de achterruit
met het noodhamertje (1). Ontsnap vervolgens door de
gebroken ruit.
5. Als het niet mogelijk is via de voorruit of achterruit te
ontsnappen, moet u de dakruit openen om uit de cabine
te ontsnappen.
CABINE
1-124
1
3
2
3
2
MDAA-01-321
M1U4-01-012
MDCN-01-017