Schakelaar auto-stationair
Met de schakelaar auto-stationair (2) wordt de regelmodus
voor het motortoerental ingesteld op auto-stationair AAN
of UIT.
Toerental auto-stationair
Als de keuzeschakelaar auto-stationair (2) in de stand
ON (AAN) wordt gezet, neemt het toerental na ongeveer
4 seconden af tot stationair, als de bedieningshendel in
de neutrale stand staat.
Deze functie levert een verlaging van het brandstofverbruik
op.
Als de modus auto-stationair geselecteerd is, brandt het
indicatielampje auto-stationair (3) op het monitorpaneel.
f
OPMERKING: tot het einde van het opwarmen, werkt auto-
stationairregeling mogelijk niet helemaal.
Rijmodusschakelaar
Er kunnen twee rijmodi, SNEL en LANGZAAM, gekozen
worden door de rijmodusschakelaar in een van deze
standen te draaien.
-Symbool (snelle modus)
-Symbool (langzame modus)
CABINE
3
1-90
MDAA-01-017
MDAA-01-314NL
MBFM-01-003