Schakelaar rijalarmdeactivering (optioneel)
De rijalarmzoemer is te horen tijdens het rijden.
Als u op het
-symbool van de schakelaar (1) voor het
uitschakelen van het rijalarm drukt, wordt de zoemerfunctie
van het rijalarm uitgeschakeld.
Schakelaar voor uitschakelen van het zwenkalarm
(optioneel)
De zoemer van het zwenkalarmsysteem klinkt en het
waarschuwingslicht wordt IN geschakeld tijdens het
zwenken.
Als u op het
symbool van de schakelaar (2) voor
het uitschakelen van het zwenkalarm drukt, wordt de
zoemerfunctie van het zwenkalarm uitgeschakeld.
Schakelaar achterlicht (optioneel)
Wanneer de achterlichtschakelaar (3) wordt IN geschakeld,
gaat het achterlicht op de achterkant van het cabinedak AAN.
Schakelaar overbelastingsalarm (optioneel)
Tijdens hijswerkzaamheden met de schakelaar voor
het overbelastingsalarm (4) op ON, zal bij detectie van
overbelasting de zoemer afgaan en de indicatielamp (5)
voor het overbelastingsalarm op de multifunctionele
monitor gaat AAN. Zet de schakelaar voor het
overbelastingsalarm op OFF om de werking van het
alarmsysteem voor overbelastingen uit te schakelen.
CABINE
1-95
1
M1U1-01-035
2
M1U1-01-036
3
M1U1-01-009
4
M1U1-01-010
5
MDAA-01-286NL