Ongelukken tijdens achteruitrijden of zwenken
voorkomen
Als zich tijdens het achteruitrijden of zwenken van de
bovenwagen iemand in de buurt van de machine bevindt,
kan de machine die persoon raken of overrijden. Dit kan
ernstig of dodelijk letsel tot gevolg hebben.
Om ongelukken tijdens het achteruitrijden of zwenken te
voorkomen:
Kijk altijd goed om u heen VOORDAT U DE MACHINE
ACHTERUITRIJDT OF ZWENKT. CONTROLEER OF ER GEEN
OMSTANDERS IN DE BUURT ZIJN.
Houd het rijalarm operationeel (indien aanwezig).
WEES ALTIJD ALERT OP OMSTANDERS DIE ZICH IN HET
WERKGEBIED BEGEVEN. GEBRUIK DE CLAXON OF EEN
ANDER SIGNAAL OM OMSTANDERS TE WAARSCHUWEN
VOORDAT U DE MACHINE GAAT VERRIJDEN.
LAAT IEMAND AANWIJZINGEN GEVEN ALS U
ACHTERUITRIJDT EN UW UITZICHT BELEMMERD IS. HOUD
DE SEINGEVER ALTIJD IN HET ZICHT.
Gebruik handsignalen die voldoen aan de plaatselijke
voorschriften in werkomstandigheden waarbij een
seingever nodig is.
De machine mag alleen worden verreden als de
aanwijzingen door degene die aanwijzingen geeft en de
machinist volledig begrepen zijn.
Leer de betekenis van alle vlaggen, aanwijzingen en
markeringen die bij het werk worden gebruikt en stel vast
wie verantwoordelijk is voor het geven van aanwijzingen.
Houd de ramen, spiegels en lampen schoon en in goede
conditie.
Stof, zware regen, mist enz. kunnen het zicht
verminderen. Verminder uw snelheid bij slecht zicht
en gebruik goede verlichting.
Stel u op de hoogte van alle bedieningsvoorschriften
in de bedieningshandleiding.
VEILIGHEID
S-17
SA-383
SA-384