D. Hydraulisch systeem
Inspectie en onderhoud van de hydraulische
uitrusting
BELANGRIJK: Maak nooit afstellingen aan onderdelen van
het brandstofsysteem van de motor of de hydraulische
apparatuur.
d
VOORZICHTIG:
Bij de controle en/of het onderhoud
van de hydraulische componenten, dient u speciale
aandacht te besteden aan de volgende punten.
1. Zorg ervoor dat de machine geparkeerd is op
een stevige, vlakke ondergrond alvorens met de
onderhoudsbeurt van de hydraulische uitrusting te
beginnen.
2. Laat de graafbak op de grond zakken en zet de motor
uit.
3. Laat de hydraulische onderdelen, de hydraulische olie
en de smeermiddelen eerst volledig afkoelen en laat de
restdruk af voordat u met de onderhoudsbeurt begint.
3.1 Voordat u controles en/of onderhoud verricht aan het
hydraulisch systeem, moet u de restdruk aflaten uit de
cilindercircuits van de giek, de arm en de graafbak en
de zwenk- en stuurleidingen. Op een aantal modellen
van deze machine kan als optie een accumulator
worden geïnstalleerd, om de frontuitrusting
gedurende een bepaalde tijd (ongeveer 10 seconden)
na het stoppen van de motor te kunnen bewegen.
3.2 Laat de lucht uit de hydraulische olietank af om de
interne druk te verlagen.
3.3 Meteen na de werkzaamheden zijn alle hydraulische
componenten, de hydraulische olie en smeermiddelen
heet en staan onder druk. Begin pas met inspectie- en/
of onderhoudswerkzaamheden nadat de machine is
afgekoeld.
Indien onderhoud wordt uitgevoerd aan hete en
onder druk staande hydraulische onderdelen kunnen
pluggen, schroeven en/of olie plotseling wegschieten
of ontsnappen, wat lichamelijk letsel tot gevolg kan
hebben. Hydraulische onderdelen kunnen zelfs na
afgekoeld te zijn nog onder druk staan.
Houd uw lichaam en gezicht afgewend van de voorkant
van pluggen en schroeven terwijl u deze verwijdert.
3.4 Wanneer de machine op een helling parkeert
wordt, zelfs na het aflaten van de luchtdruk in de
hydraulische olietank, de oliedruk in de rijmotor- en
zwenkmotorcircuits op een hoog niveau gehandhaafd,
doordat de reactiekracht van het gewicht van de
machine voortdurend wordt uitgeoefend op de
rijmotor. Verricht nooit controles en/of onderhoud aan
de machine terwijl deze op een helling is geparkeerd.
ONDERHOUD
7-32