De machine met de pedalen besturen
d
WAARSCHUWING: In de normale rijmodus zijn
de voorste vrijloopwielen aan de voorzijde van
de machine geplaatst en de rijmotoren aan de
achterzijde. Als de rijmotoren aan de voorzijde van
de machine zijn geplaatst, wordt de bediening van
de rijpedalen omgekeerd. Zorg ervoor dat u de positie
van de rijmotoren controleert voordat u wegrijdt.
VOORUITRIJDEN
Duw beide pedalen aan de voorkant (A) omlaag.
ACHTERUITRIJDEN
Duw beide pedalen aan de achterkant (B) omlaag.
NEUTRAALSTAND (C)
Als de rijpedalen in de neutraalstand staan, zullen
de rijremmen de machine automatisch stoppen en/of
stilzetten.
RECHTSAF
Duw het linkerpedaal aan de voorkant omlaag.
LINKSAF
Duw het rechterpedaal aan de voorkant omlaag.
OP DE PLAATS RONDDRAAIEN (korte draai)
Duw het ene pedaal aan de voorkant en het andere
pedaal aan de achterkant omlaag.
f
OPMERKING: Duw bij lange ritten op de pedaalplaatjes (D)
en zet uw voeten op de voetsteunen.
MET DE MACHINE RIJDEN
4-2
Cabine
A
D
A
C
B
D
C
B
Vooruit en achteruit
M104-04-009
Bocht maken
M104-04-010
Op de plaats ronddraaien
M104-04-011
Voorste vrijloopwiel
Rijmotor
M104-01-038
M104-04-003
M104-04-005
M104-04-007