Transmissieolie verversen --- elke 2000 uur
1. Parkeer de machine op een vlakke ondergrond.
2. Draai de rijmotor totdat de denkbeeldige lijn door plug
(1) en plug (3) verticaal ligt.
3. Laat de graafbak op de grond zakken.
4. Zet de auto-stationair schakelaar op off (uit).
BELANGRIJK: De turbolader kan beschadigd raken als de
motor niet juist wordt afgezet.
5. Laat de motor vijf minuten lang onbelast langzaam
stationair draaien.
6. Zet de motor uit. Haal de sleutel uit het contactslot.
7. Zet de hendel voor de instapbeveiliging in de stand
LOCK (VERGRENDELD).
d
VOORZICHTIG:
Zorg dat u uw lichaam en gezicht
verwijderd houdt van de ontluchtingsopening.
Onmiddellijk na de werking kan de transmissieolie
heet zijn. Wacht totdat de transmissieolie afgekoeld is
en draai de ontluchtingsplug dan geleidelijk los om de
druk te laten ontsnappen.
8. Als de transmissieolie afgekoeld is, moet de
ontluchtingsplug (1) langzaam losgemaakt worden om
de druk te laten ontsnappen en vervolgens moet de
plug (1) tijdelijk opnieuw worden vastgedraaid.
9. Verwijder aftapplug (3) en plug (1), in die volgorde, om
de olie af te tappen.
10. Maak de aftapplug (3) schoon. Wikkel afdichttape om de
schroefdraden van de afplug (3). Plaats de plug (3). Draai
de plug (3) weer aan.
Aanhaalmoment: 50 N·m (5 kgf·m)
11. Verwijder de controleplug (2) voor het oliepeil.
12. Vul olie bij tot er olie uit de opening van de plug (2) voor
de oliepeilcontrole komt. (Zie tabel transmissieolie)
13. Reinig de pluggen (1) en (2). Wikkel afdichttape om de
schroefdraden van de controleplug voor het oliepeil (2)
en van de ontluchtingsplug (1). Installeer de pluggen (1)
en (2) weer. Haal de pluggen (1) en (2) aan.
Aanhaalmoment: 50 N·m (5 kgf·m)
14. Herhaal stap 8 t/m 13 voor de andere
reductietransmissie rijaandrijving.
ONDERHOUD
7-31
1
2
3
M157-07-170