Modus auto-stationair AAN/UIT
De functie auto-stationair kan alleen AAN of UIT worden
gezet met de keuzeschakelaar auto-stationair (3) als het
contactslot in de stand ON (AAN) staat.
Controleer altijd of de auto-stationair-functie AAN of UIT
is met het indicatielampje auto-stationair (1).
Indicatielampje auto-
stationair (1) AAN
Indicatielampje auto-
stationair (1) UIT
Als de keuzeschakelaar auto-stationair (3) op OFF (UIT)
gezet is met het indicatielampje auto-stationair (1) AAN,
gaat het indicatielampje (1) UIT en wordt het auto-stationair
systeem gedeactiveerd.
Zelfs al wordt de motor gestopt door te draaien aan het
contactslot met de keuzeschakelaar auto-stationair (3) in de
stand A/I ON (AAN) [indicatielampje (1) AAN], dan wordt het
auto-stationair systeem niet gedeactiveerd. Als de motor
opnieuw gestart wordt, blijft het systeem auto-stationair
geactiveerd en gaat het indicatielampje auto-stationair (1)
5 seconden lang knipperen en blijft vervolgens AAN.
DE MACHINE BEDIENEN
: Functie auto-stationair AAN
: Functie auto-stationair UIT
1
5-8
MDAA-01-314NL
3
MDAA-01-040