koppelingsbediening tot sterke
5
belastingswisselingen leiden.
BMW Motorrad adviseert in
92
deze rijsituaties alleen met kop-
pelingsbediening te schakelen.
Het gebruik van de schakel-
assistent in de buurt van de
toerentalbegrenzer moet wor-
den vermeden.
In de volgende situaties vindt
z
geen schakelondersteuning
plaats:
met bediende koppeling
schakelpedaal niet in de uit-
gangspositie
bij het opschakelen met geslo-
ten gasklep (deceleratie) resp.
bij het. vertragen.
Om een volgende schakeling
met de schakelassistent uit te
kunnen voeren, moet het scha-
kelpedaal na de schakelproce-
dure volledig ontlast worden.
Remmen
Hoe wordt de kortst
mogelijke remweg
bereikt?
Bij een remactie wijzigt zich de
dynamische lastverdeling tussen
voor- en achterwiel. Hoe sterker
wordt afgeremd, hoe zwaarder
het voorwiel wordt belast. Hoe
hoger de belasting van het wiel,
hoe hoger de remkracht die kan
worden overgedragen.
Om de kortst mogelijke remweg
te bereiken, moet de voorrem
krachtig en progressief worden
bediend. Daardoor wordt de dy-
namische belastingverhoging op
het voorwiel optimaal benut. Te-
gelijkertijd moet ook de koppe-
ling worden bediend. Bij de vaak
geoefende extreme noodstop,
waarbij de remdruk zo snel mo-
gelijk en met alle kracht wordt
opgewekt, kan de dynamische
aslastverdeling de vertraging niet
volgen en kan de remkracht niet
volledig op het wegdek worden
overgebracht.
Het blokkeren van het voorwiel
wordt door het BMW Motorrad
Integral ABS ABS verhinderd.
Pasafdalingen
Indien bij pasafdalingen uit-
sluitend achter wordt ge-
remd, bestaat het gevaar van
remkrachtverlies. Onder extreme
omstandigheden kan dit tot on-
herstelbare schade aan de rem-
men door oververhitting leiden.
Voor- en achterrem bedienen en
motorremwerking gebruiken.
Natte en verontreinigde
remmen
Vocht en vuil op de remschijven
en de remblokken leiden tot een
vermindering van de remwerking.
In de volgende situaties moet re-
kening worden gehouden met