4
64
Niet-optimale instellingen
van de veervoorspanning
en demping verslechteren het
z
rijgedrag van uw motorfiets.
Demping aan de veervoorspan-
ning aanpassen.
Om de veervoorspanning te
verlagen, de stelknop 1 met
behulp van gereedschap 2
linksom draaien.
Om de veervoorspanning te
verhogen, de stelknop 1 met
behulp van gereedschap 2
rechtsom draaien.
Basisinstelling veervoor-
spanning achter
zonder Dynamic ESA
Draai de stelknop linksom tot
aan de aanslag. (Sologebruik
zonder belading)
Draai de stelknop linksom tot
aan de aanslag en vervolgens
10 slagen rechtsom. (Sologe-
bruik met belading)
Draai de stelknop rechtsom
tot aan de aanslag. (Duorit en
lading)
SU
Afdekking in de bevestiging 2
aanbrengen en in de bevesti-
gingen 1 drukken.
Demping
Instelling
De demping moet aan de veer-
voorspanning en de wegomstan-
digheden worden aangepast.
Een oneffen wegdek vereist
een soepelere demping dan
een effen wegdek.
Een verhoging van de veer-
voorspanning vereist een stug-
gere demping, een verlaging