voldoende omgevingslicht aan-
4
wezig is.
58
Richtingaanwijzers
Richtingaanwijzer
bedienen
Contact inschakelen.
z
Toets 1 bedienen om de rich-
tingaanwijzers links in te scha-
kelen.
Toets 1 bedienen om de rich-
tingaanwijzers links in te scha-
kelen.
Toets 1 in de middenstand
indrukken om de richtingaan-
wijzers uit te schakelen.
Terugstelling richtingaan-
wijzerschakelaar
De richtingaanwijzers worden
na het bereiken van de vast-
gelegde rijtijd en afstand auto-
matisch uitgeschakeld.
min 10 s
min 300 m
Alarmknipperlichten
Waarschuwingsknipper-
lichtinstallatie bedienen
Contact inschakelen (
De alarmknipperlichten
belasten de accu. De
waarschuwingsknipperlichten
slechts voor een beperkte
tijdsduur inschakelen.
Als met ingeschakeld con-
tact een richtingaanwijzer-
toets wordt ingedrukt, dan ver-
vangt de richtingaanwijzerfunc-
tie gedurende het indrukken de
waarschuwingsknipperlichtfunc-
tie. Als de richtingaanwijzertoets
niet meer wordt bediend, is de
waarschuwingsknipperlichtfunctie
weer actief.
46).
Toets 1 bedienen om de
alarmknipperlichten in te
schakelen.
Het contact kan worden uitge-
schakeld.