27
ZOMER-AIRCO
De parameter kan op UIT of AAN worden
ingesteld.
Bij de stand AAN kan in de UIT-MODUS of in
de VERLAAGDE-MODUS worden geschakeld.
Standaardwaarde: VERLAAGDE MODUS
Zodra verwarmingscircuit 1 in de zomer-
werking schakelt, schakelt het ventilatiepro-
gramma afhankelijk van de instelling naar de
verlaagde werking of wordt uitgeschakeld.
Op de stand UIT wordt het ventilatieprogram-
ma door de zomerwerking van de verwarming
niet beïnvloed.
28
VORSTBEVEIL
Bij een buitentemperatuur van - 2 °C wordt
het ventilatieprogramma naar het nachtbedrijf
geschakeld.
29
NACHTKOELING
Deze parameter kan met de luchtafvoersensor
of de afstandsbediening FE7 worden ingesteld.
Bij de instelling AAN wordt in het nachtbe-
drijf van het ventilatieprogramma de reële
kamertemperatuur met de buitentemperatuur
vergeleken. Zodra bij een kamertempera-
tuur ≥ 24 °C (– 3 K) de buitentemperatuur
≤19 °C (+1 K) is, draait de ventilator in de
derde trap.
Bij een buitentemperatuur van ≤ 10 °C is de
nachtkoeling niet geactiveerd.
30
I-AANDEEL VERW
Het ingestelde integraal-aandeel bepaalt de
in- en uitschakelvoorwaarde voor de compres-
sor en de verwarmingstrappen van de elektri-
sche aanvullende verwarming (DHC) in functie
van het temperatuurverschil en de duur tussen
de nominale en de reële temperatuur.
Hoe hoger de ingestelde waarde, hoe langza-
mer de verwarmingstrappen worden gescha-
keld.
Voorbeeld:
Bij de instelling 10 Kmin wordt bij een tempe-
ratuurverschil van 2 K de volgende trap na 5
min. geschakeld.
31
RESTSTILSTAND
Resterende stilstandtijd
Door op de PRG-toets te drukken, kan de
stilstandtijd van de compressor worden opge-
vraagd.
36
32
DIRECTSTART
Bij de ingebruikname is het mogelijk de wer-
king van de warmtepomp te testen, door een
onmiddellijke start van de warmtepomp te ac-
tiveren. Als de parameter wordt aangelopen,
verschijnt onderaan op het display UIT. Door
op de PRG-toets te drukken, wordt de directe
start uitgevoerd. De overeenkomstige pompen
worden na de start ingeschakeld. De waarde
10 wordt op het display zichtbaar naar 0 afge-
teld, daarna verschijnt AAN op het display.
Vervolgens schakelen de warmtepomp en de
bijbehorende verwarmingscircuitpomp in.
Verlaat de functie door op de toets PRG te
drukken of door de bedieningsklep te sluiten.
Op het display verschijnt weer UIT.
33
RELAISTEST
Door op de PRG-toets te drukken en vervol-
gens de draaiknop verder te draaien kunnen
alle relaisuitgangen van de LZM II afzonderlijk
worden aangestuurd. Op het display worden
de verschillende uitgangen in gewone tekst
weergegeven.
34
LCD-TEST
Door één keer op de PRG-toets te drukken,
wordt een LCD-test uitgevoerd. Op het display
worden alle indicatorelementen één voor één
weergegeven.
35
SOFTWARE LZM II
Weergave van de actuele softwarestand.
36
ANALYSE
Onderaan in het display worden de vrijgege-
ven trappen aangegeven.
De waarde met twee posities geeft de interne
berekening van de regelaar aan. Als de teller
afgeteld is, wordt een trap geschakeld. Deze
berekening is afhankelijk van het I-aandeel
aandeel en van de regelafwijking.
Wanneer de knop PRG wordt ingedrukt, wordt
de werkelijke regelafwijking weergegeven.
37
STORINGSLIJST
Er kunnen 2 fouten optreden die op de fou-
tenlijst worden geregistreerd. In de foutenlijst
worden alle fouten die optreden, na elkaar
geregistreerd. In totaal kunnen 20 fouten wor-
den weergegeven. De foutenlijst kan alleen via
het resetten van de hardware van de regeling
worden gewist.
Door op de PRG-toets te drukken wordt de
1e fout getoond. Bovenaan in het display
wordt de fout in gewone tekst weergegeven,
terwijl onderaan het foutnummer staat. Door
de draaiknop verder te draaien, wordt nog
steeds de 1ste fout aangegeven. Als bijkomen-
de informatie verschijnt bovenaan in het dis-
play de dag, de maand, het jaar en het tijdstip
waarop de fout zich heeft voorgedaan.
Voorbeeld:
Op 17-7-2006 om 14.50 werd als laatste fout
de minimale luchtafvoertemperatuur niet
bereikt.
%51+3$,/
,(-
38
RESET VP
In geval van een storing kan de warmtepomp
worden gereset. Door op de toets PRG te druk-
ken, in te stellen op AAN en opnieuw op de
toets PRG te drukken, wordt de storing gereset
die was opgetreden. De compressor start
opnieuw. De storing blijft opgeslagen in de
storingslijst.
39
LOOPTIJDEN
Door op de PRG-toets te drukken worden ach-
tereenvolgens het opstarten van de compres-
sor en de looptijden in uren van de compres-
sor en van de aanvullende verwarming weer-
gegeven. De looptijden kunnen enkel door een
hardware-reset worden gewist.