1.6.2 Overzicht van de menuonderdelen van de installatie (2e bedieningsniveau)
Selecteer met de draaiknop het gewenste menupunt.
Om de menuonderdelen in te stellen, gaat u verder naar pagina 6.
* ,$13$,/
5$-3(+ 3($
6 1,6 3$13$,/
3()## 34,
5 * -3($/ 138
3$,/$1 341$-
23..*+()-
5$16 1,/1.&1
66
5$-3/1.&
(-&$!14(*- ,$
6
Met de installatieparameters * ,$13$,/
5* en * ,$13$,/
5* kunt u telkens voor ver-
warmingscircuits 1 en 2 de nominale kamertemperatuur voor het dag- en nachtbedrijf instel-
len. Dan is de laagste in te stellen temperatuur 15 °C. Als u het te koud of te warm hebt in uw
ruimten, kunt u de kamertemperatuur wijzigen. De weergave * ,$13$,/
5* verschijnt alleen,
wanneer de sensor van de mengklepaanvoer is aangesloten. De ingevoerde waarde is vereist
voor het berekenen van de aanvoertemperatuur van het verwarmingscircuit.
Zodra afstandsbediening FE7 aangesloten is en aan verwarmingscircuit 1 werd toegewezen, kan
bovendien ook de reële kamertemperatuur worden opgevraagd.
Met het menuonderdeel 5$-3(+ 3($ kunnen de programma's van het ventilatiebedrijf worden
ingesteld. Bovendien kan hier de filter worden gereset.
Met het menuonderdeel 6 1,6 3$13$,/ kunt u voor de temperatuur in de warmwaterboiler
een nominale dag- en nachtwaarde toewijzen.
Met het menuonderdeel 3()## 34, kunnen de klok en de zomertijd worden ingesteld.
De zomertijd is in de fabriek vanaf 25 maart tot 25 oktober ingesteld.
In het menuonderdeel Vakantieprogramma draait de warmtepompinstallatie in verlaagde wer-
king. De vorstbeschermingsfunctie voor de warmwaterboiler is actief.
In het menuonderdeel Partyprogramma kunt u de dagwerking met enkele uren verlengen.
In het menuonderdeel Temperaturen kunnen de sensortemperaturen van de ventilatie- of warm-
tepompinstallatie worden afgelezen in vergelijking met de ingestelde en de reële waarde.
In het menuonderdeel 23..*+()- kunt u voor verwarmingscircuits 1 en 2 telkens een stooklijn
instellen. Enkel als de stooklijn juist voor het gebouw ingesteld is, blijft de kamertemperatuur bij
elke buitentemperatuur constant. De keuze van de juiste stooklijn is dus uiterst belangrijk!
In het menuonderdeel 5$16 1,/1.&1 kunt u voor verwarmingscircuits 1 en 2 de bijbehorende
verwarmingsprogramma's instellen.
In het menuonderdeel 66
5$-3/1.& kunt u de tijden voor de dag- en verlaagde temperaturen
voor de warmwaterbereiding instellen.
Bij de (-&$!14(*- ,$ moeten behalve de instellingen op het 2e bedieningsniveau ook de speci-
fieke parameters voor de installatie worden vastgelegd. Deze worden op het 3e bedieningsniveau
(beveiligd met een code) door de vakman ingesteld.
Alle parameters moeten één voor één door uw vakman worden gecontroleerd. Ingestelde waarden
moeten in de daarvoor bestemde kolom (installatiewaarde) van de ingebruiknamelijst worden
ingevoerd.