Inhoudsopgave
Advertenties
2.5.5 Zonneaansluiting (SOL-modellen)
Er zijn kniestukken met dopschroeven en
vlakke afdichtingen voorgemonteerd om de
apparatuur met warmtewisselaar gemakkelijk
aan de zonne-installatie te kunnen koppelen.
2.5.6 Filtercassette afgevoerde lucht
monteren
Voordat de filtercassette voor de afgevoerde
lucht op het ventilatietoestel wordt gemon-
teerd, moeten de 3 plaatschroeven linksboven
uit de zijwand (afb. 10) worden gedraaid.
Neem de afzonderlijk verpakte filtercassette
voor de afgevoerde lucht met de bijgeleverde
bevestigingsschroeven uit de verpakking en
schroef deze op de zijwand van het ventilatie-
toestel. De eerder uitgedraaide plaatschroeven
worden daarbij opnieuw gebruikt.
2.5.7 Afvoer- en uitlaatluchtbuizen mon-
teren
De apparaat is bestemd voor de aansluiting
van wikkelvouwbuizen NW 160 conform DIN
24145.
Isoleer de buisleiding voor afvoerlucht tegen
warmteverlies, indien deze door ruimtes
wordt geleid die koeler zijn dan de ruimtes
van waaruit de lucht wordt afgezogen (bijv.
zoldervloeren, kelders, garage, tussenvloeren).
De luchtafvoerleiding kan op die manier op
de stompen aan de linkerzijde van het toestel
worden gemonteerd, zodat het toestel niet
wordt belast door krachten of draaimomenten.
De uitlaatluchtleiding kan naar wens aan de
rechterzijde of aan de bovenzijde van het ap-
paraat op een wijze worden gemonteerd dat
het apparaat niet wordt belast door krachten
of draaimomenten. De uitlaatluchtleiding moet
waterdampdiffusiedicht worden geïsoleerd
tegen de vorming van condenswater.
Bij levering zit de uitlaatluchtaansluiting aan
de bovenzijde van het apparaat.
Filtercassette afgevoerde lucht monteren
Afb. 10
Om dit te veranderen moeten de volgende
stappen worden genomen:
• maak het toestel spanningsvrij en open
het, zoals op afb. 6 wordt getoond.
• Schroef de 4 bevestigingsschroeven aan de
bovenzijde van het toestel eruit en verwij-
der de deksel van het toestel.
• Schroef de 6 bevestigingsschroeven van de
afdekplaat aan de rechterzijwand eruit.
• Kantel de zijwand circa 10 graden opzij en
haal het EPS-vormstuk dat naar de voor-
zijde van het apparaat wijst, er omhoog uit.
• Trek het tweede EPS-vormstuk ongeveer 20
mm in de richting van de voorzijde van het
apparaat en haal ook dit er met een circa
10 graden gekantelde zijwand omhoog uit.
• Verwijder de afdekplaat aan de zijwand.
• Verwijder de uitlaatluchtstompen van de
deksel van het toestel.
• Monteer de afdekplaat en monteer de ver-
vangen uitlaatluchtstompen opnieuw.
• Monteer de EPS-vormstukken in tegen-
overgestelde volgorde op een wijze dat de
luchtgeleiding nu alleen naar de zijwand
van het apparaat wijst.
• Monteer de deksel en sluit het toestel.
Voor de geluidsontkoppeling en uit service-
oogpunt moet het toestel met behulp van
een flexibele buisleiding van ca. 1 m lengte
worden aangesloten op de afvoer- en uitlaat-
luchtleiding.
De flexibele uitlaatluchtleiding moet ook wor-
den geïsoleerd! Het luchtuitlaatrooster mag
niet worden afgedekt met een vliegengaas .
Veiligheidsaanwijzingen
Indien in de woning stookplaatsen (tegelka-
chels, open haarden, gashaarden, enz.) aan-
wezig zijn, moet ervoor worden gezorgd dat
bij het bedrijf van deze stookplaatsen de lucht-
stroom van de verbranding onafhankelijk van
de ventilatie-installatie wordt aangevoerd (aan
gekwalificeerde schoorsteenvegers vragen,
omdat de voorschriften hiervoor regionaal
verschillen).
Bij gebruik van een wasdroger resp. een
afzuigkap waarbij de lucht wordt afgevoerd,
moet er ook voor worden gezorgd dat het
luchtdebiet voldoende is dat onafhankelijk van
de ventilatie-installatie wordt aangevoerd.
23
Advertenties
Inhoudsopgave
