11
VASTE WAARDE
Vaste-waardetemperatuur
De aanvoer van de warmtepomp wordt gere-
geld op de ingestelde vaste waarde. Het uur-
programma wordt niet aanvaard. De verschil-
lende standen van de programmaschakelaar
werken enkel nog in op het mengklepcircuit
(indien voorhanden). In de standen Stand-by
en Warm water van de programmaschakelaar
wordt de vorstbescherming geactiveerd en
wordt de compressor uitgeschakeld als een
vaste waarde is ingesteld.
De zomerlogica geldt niet bij de vaste-waarde-
regeling, m.a.w. de verwarmingscircuitpomp
voor het directe verwarmingscircuit wordt niet
uitgeschakeld.
Bij gesloten klep toont het display altijd het
vaste-waardeprogramma, dus altijd verwar-
mingstijden.
12
Max. aanvoertemperatuur
(verwarmingscircuit 1)
Deze instelling begrenst de aanvoertem-
peratuur van het verwarmingscircuit. Wan-
neer deze waarde wordt bereikt, worden de
warmtepomp en de elektrische naverwarming
(DHC-trappen) uitgeschakeld. Er wordt geen
foutmelding weergegeven.
13
Max. mengkleptemperatuur
(verwarmingscircuit 2)
Deze instelling begrenst de aanvoertempera-
tuur van het mengklepcircuit bij een lagetem-
peratuurverwarming. Het bereiken van deze
waarde heeft geen foutmelding tot gevolg.
Selecteer deze waarde met zorg om de
lagetemperatuurverwarming niet te overver-
hitten. Bovendien moet er een bovengeschikte
bescherming (temperatuurbewaking) zijn
voorzien.
32
14
LOOPT-MENGKL
Looptijd van de mengklep instelbereik 60
tot 240
Met deze instelling kan het gedrag van de
mengklep worden aangepast. De instelling 60
tot 240 betekent 6 K tot 24 K regelafwijking.
De aftastsnelheid is 10 sec en de minimale
inschakelduur voor de mengklep is 0,5 sec.
Binnen de dode zone ± 1 K van de nominale
waarde reageert de mengklep niet.
Voorbeeld voor de instelling 100 = 10 K (zie
onderstaande afbeelding).
De regelafwijking (mengklep-nominale tem-
peratuur - mengklep-reële temperatuur)
is 5 K. De mengklep wordt 5 sec geopend,
pauzeert daarna 5 sec en begint dan weer
opnieuw.
De regelafwijking (mengklep-nominale tem-
peratuur - mengklep-reële temperatuur) is
7,5 K. De mengklep wordt 7,5 sec geopend,
pauzeert daarna 2,5 sec en begint dan weer
opnieuw.
Hoe kleiner de regelafwijking, hoe kleiner de
inschakelduur van de mengklep en hoe groter
de pauze.
Als bij dezelfde regelafwijking de waarde
Loopt-mengkl wordt verkleind, wordt de in-
schakelduur altijd groter en de pauze altijd
kleiner.
Voorbeeld voor instelling 100 en een kort-
stondige regelafwijking 5 K.
5 K van 10 K = 50 % = inschakelduur
(LQVWHOOXQJ
Instelling 100 =
5HJHODEZHLFKXQJ .
Regelafwijking 10 K
.
Regelafwijking 5 K
5HJHODEZHLFKXQJ .
5HJHODEZHLFKXQJ .
Regelafwijking (K)
15
FE KEUZE
Afstandsbediening FE7 naar keuze voor beide
verwarmingscircuits of ventilatie
Met de parameter FE keuze kunt u bepalen op
welk verwarmingscircuit de afstandsbediening
moet inwerken. Met de parameter Ruimtetem-
peratuur 1 of 2 op het tweede bedieningsni-
veau kan, afhankelijk van de voorselectie van
de afstandsbediening, de reële kamertempe-
ratuur worden opgevraagd.
Bovendien is het via de parameter mogelijk de
ventilatie te activeren. De verwarmingsfuncties
zijn dan uitgeschakeld.
Hierbij kunnen via de linkerdraaiknop de vol-
gende ventilatietrappen worden ingesteld:
Stand 2 LWA werkt volgens het inge-
stelde ventilatieprogramma
Stand 1 Nachtbedrijf
Stand 3 Partywerking
De afstandsbediening kan alleen
!
worden gebruikt in de automatische
werking van de LZM II.
De rechterdraaiknop heeft bij de instelling
Ventilatie geen betekenis.
16
FE CORRECTIE
Met deze parameter kan de gemeten kamer-
temperatuur worden gekalibreerd.