Daarna is het alleen mogelijk de noodwer-
king op het programma in te stellen, zodat
is gewaarborgd dat de ventilatie, warm-
waterbereiding en de warmtepomp verder
geblokkeerd blijven en alleen de elektrische
naverwarmingstrappen voor de verwarming
volgens een ingesteld klokprogramma werken.
De klant kan nu naar elk gewenst programma
draaien.
Tijdens het uitvoeren van het opwarmpro-
gramma wordt de zomerlogica niet toegepast.
Bij de werking met één of twee
verwarmingscircuit(s) is er geen verschil. Er
wordt telkens op de ingestelde aanvoertem-
peratuur van het verwarmingsprogramma
afgestemd.
9
ZOMERWERKING
Met de parameter Zomerwerking kan worden
bepaald vanaf welk tijdstip de verwarmings-
installatie naar zomerwerking moet gaan.
Zomerbedrijf kan worden in- of uitgeschakeld.
In totaal zijn er 2 verstelbare parameters voor
deze functie.
Bij de parameter Soort gebouw kan worden
geselecteerd of de actuele buitentempera-
tuur met de ingestelde buitentemperatuur
(instelling 0) moet worden vergeleken of dat
er een gemiddelde waarde afhankelijk van
$XIKHL]SURJUDPP IU )XERGHQKHL]XQJ
Opwarmprogramma voor vloerverwarming
7HPSHUDWXU
temperatuur
0D[LPDOWHPS
Max. temp.
6WHLJXQJ .7DJ
Stijging K/dag
6RFNHOWHPS
Sokkeltemp.
'DXHU6RFNHOWHPS
Continu sokkeltemp.
Continue
'DXHUODXI
werking
Pauze
3DXVH
3XPSHQODXI]HLW
Pompwerktijd
het soort gebouw (instelling 1, 2 en 3) van de
buitentemperatuur moet worden berekend. In
beide gevallen, wanneer de werkelijke of de
berekende buitentemperatuXr ≥ de ingestelde
buitentemperatuur, schakelen beide verwar-
mingscircuits (indien aanwezig) naar zomer-
werking, terugschakelhysterese - 1 K.
Op het display wordt de zomerwerking aange-
geven bij gesloten klep.
Bij regeling met vaste waarde is de zomerwer-
king voor het eerste verwarmingscircuit niet
actief.
Parameter Buitentemperatuur:
Instelbare buitentemperatuur 10 °C tot 30 °C.
Parameter Bouwwijze:
Instelling „0": geen demping van de buiten-
temperatuur. De gemiddelde buitentempera-
tuur en die van het soort gebouw zijn identiek
aan de reële buitentemperatuur. Directe
vergelijking tussen de ingestelde en de reële
buitentemperatuur.
Instelling „1": Lichte demping (berekening
gemiddelde waarde over 24 uur) van de bui-
tentemperatuur, bijv. houten constructie met
snelle warmteoverdracht.
Instelling „2": gemiddelde demping (bereke-
ning gemiddelde waarde over 48 uur) van de
buitentemperatuur, bijv. bijv. gemetseld met
warmte-isolatie met gemiddelde warmteover-
dracht.
'DXHU0D[LPDOWHPS
Continue max. temp.
3XPSHQ]\NOHQ
Pompcycli
(QGH
=HLW
Einde
Tijd
&
&
&
&
&
&
=HLW LQ PLQ
Tijd in min
Instelling: „3" sterke demping (berekening
gemiddelde waarde over 72 uur) van de bui-
tentemperatuur, huis met trage warmteover-
dracht.
10
POMPCYCLI
Verwarmingscircuitpompsturing
De parameter Pompcycli geldt enkel voor het
directe verwarmingscircuit 1, dus voor ver-
warmingscircuitpomp 1.
Zodra een 2e verwarmingscircuit is aangeslo-
ten, wordt de parameter verborgen.
De parameter kan AAN of UIT worden gescha-
keld. In de stand UIT draait de verwarmings-
circuitpomp niet cyclisch. Deze staat in het
continubedrijf en wordt alleen in zomerwer-
king uitgeschakeld.
Zodra de parameter op AAN wordt gezet,
wordt het schakelen van de verwarmingscir-
cuitpomp gestuurd op basis van een vast tem-
peratuurverloop van de buitentemperatuur.
De inschakelimpuls voor de verwarmingscir-
cuitpomp is altijd 5 minuten.
De verwarmingscircuitpomp voor verwar-
mingscircuit 1 start bij elke start van de warm-
tepomp. Na het uitschakelen van de warmte-
pomp draait de pomp nog 5 minuten na.
Nu wordt de inschakelduur belangrijk, bijv.
bij een buitentemperatuur van 5 °C start de
pomp 3 keer in één uur gedurende telkens 5
minuten.
Pompkick
Om het vastzitten van de pomp bijv. tijdens de
zomer te voorkomen wordt, nadat de pomp
voor de laatste keer werd uitgeschakeld, na
24 uur de pomp 10 sec ingeschakeld. Dit geldt
voor alle pompen.
Verwarmingscircuitpompsturing met aange-
sloten afstandsbediening FE7
In combinatie met de afstandsbediening FE7
wordt volgens de schakelvoorwaarde
-
-
Kamer-REËL >
Kamer-NORM
de verwarmingscircuitpomp in kwestie uitge-
schakeld en gaat de mengklep naar „DICHT".
Dit geldt enkel als de invloed van de kamer-
voeler K > 0 wordt ingesteld.
Terugschakelen gebeurt volgens de voor-
waarde:
-
-
Kamer-REËL <
Kamer-NORM
De zomerwerking grijpt ook in bij werking met
afstandsbediening FE7 voor het verwarmings-
circuit in kwestie.
+ 1 K
31