Inhoudsopgave Gebruikshandleiding voor de gebruiker en de vakman Overzicht van het toestel Toestelbeschrijving Gebruiks- en montagehandleiding Belangrijke instructies Bediening Instellingen 1.7 Afstandsbediening FE 7 Onderhoud en reiniging Wat moet u doen als...? Montagehandleiding alleen voor de vakman Toestelmodules Technische gegevens Toestelbeschrijving Voorschriften en bepalingen Montage...
Gebruiksvoorschriften voor de gebruiker en de vakman 1.1 Overzicht van het toestel Statusweergave van de installatie 1 Mengklep gaat open 2 Mengklep sluit 3 Circulatiepomp verwarmingscircuit 2 „mengklepcircuit“ 4 Circulatiepomp verwarmingscircuit 1 * ,$13$,/ 5 Elektr. naverwarmingstrappen „Verwarming“ 6 Compressor 7 Ventilatie 8 Ontdooien 9 Warmwaterbereiding...
1.5 Bediening Kort overzicht 1.4 Belangrijke aanwijzingen! Instellingen De bediening is opgesplitst in 3 bedienings- Het toestel is bestemd voor gebruik in een hu- niveaus. Het 1e en 2e bedieningsniveau zijn ishoudelijke omgeving, d.w.z. dat dit veilig kan Alle instellingen verlopen volgens eenzelf- toegankelijk voor de gebruiker én voor de worden bediend door personen die daarover vakman.
Displayweergave (met alle weergaveonderdelen) Verwarmingstijden voor verwarming en warm water (zwart) Weergave in gewone tekst, 14 posities Dagbedrijf voor verwarmingscircuit 1 Ventilator in bedrijf Compressor in bedrijf Omschakelparen voor verwarmings- en warmwaterbedrijf Bijverwarming in bedrijf Ontdooien Nachtbedrijf voor verwarmingscircuit 1 Noodwerking (bijverwarming) Warmwaterbedrijf Permanent verlaagde werking...
Pagina 6
1.6.2 Overzicht van de menuonderdelen van de installatie (2e bedieningsniveau) Selecteer met de draaiknop het gewenste menupunt. Om de menuonderdelen in te stellen, gaat u verder naar pagina 6. Met de installatieparameters * ,$13$,/
5* en * ,$13$,/
5* kunt u telkens voor ver- * ,$13$,/ warmingscircuits 1 en 2 de nominale kamertemperatuur voor het dag- en nachtbedrijf instel- len.
Instellingen op het 2e bedieningsniv eau voor de gebruiker en de vakman Kamertemperatuur Warmwatertemperatuur Ventilatie In het menuonderdeel 6 1,6 3$13$,/ In menuonderdeel V$-3(+ 3($ kunnen de Met het menupunt Ruimtetemp. 1 of 2 kunt u voor verwarmingscircuit 1 of 2 de nominale kunt u aan de temperatuur in de warmwa- programma‘s van het ventilatiebedrijf worden kamertemperatuur voor dag- en verlaagde...
Tijd en datum Vakantie- en partyprogramma ) 1 $(-#$ In het menuonderdeel 3()## 34, kun- Het vakantieprogramma is van toepassing voor nen de *+.*3()# en de 9.,$13()# worden de functies Verwarmen, Warm water en Venti- ingesteld. latie. Bij een buitentemperatuur van meer dan De zomertijd is in de fabriek vanaf 25 maart +4 °C zijn de functies Verwarmen en Warm tot 25 oktober ingesteld.
Pagina 9
Stooklijnen Info temperaturen In het menupunt 23..*+()- kunt u voor In het menuonderdeel Info temp kunt u sen- verwarmingscircuit 1 en 2 telkens een stooklijn sortemperaturen voor het ventilatietoestel of instellen. De keuze van de juiste stooklijn is de ventilatie-installatie aflezen in de verge- dus uiterst belangrijk! lijking nominale en reële waarden, afstand Opmerking: Uw vakman heeft voor elk ver-...
Pagina 10
Stooklijndiagram Voor verwarmingscircuit 1 en verwarmingscircuit 2 kan telkens een stooklijn worden ingesteld. In de fabriek is voor verwarmingscircuit 1 de stooklijn op 0,6 ingesteld; voor verwarmingscircuit 2 is de stooklijn ingesteld op 0,2. De stooklijnen gelden voor een nominale kamertemperatuur van 20°C. r [°C] Buitentemperatuu $XHQWHPSHUDWXU >&@...
Pagina 11
Verwarmingsprogramma‘s 3$14& 5$16 !$&(- In het menuonderdeel 5$16 1,/1.&1 kunt u voor verwarmingscircuits 1 en 2 de bijbeho- rende verwarmingsprogramma‘s instellen. U kunt uw verwarming instellen voor: • iedere afzonderlijke dag van de week -# &, ..., 9.-# &) 5$16 1,/1.&1 •...
Warmwater- of ventilatieprogram- 66 $(-#$ Onder menuonderdeel 66
5$-3/1.& kunnen de tijden van de dag- en nachttem- peraturen van de warmwaterbereiding of het ventilatieprogramma worden ingesteld. De warmwaterbereiding of de ventilatie kan 66 !$&(- worden ingesteld voor: • iedere afzonderlijke dag van de week -# &, ..., 9.-# &) •...
Standaardinstellingen De warmtepompmanager werd in de fabriek voorgeprogrammeerd met de volgende standaardins- tellingen: Schakeltijde 1) voor verwarmingscircuit 1 en verwarmingscircuit 2 V1/V2 (dagwerking) Maandag - vrijdag 6:00 - 22:00 Zaterdag - zondag 7:00 - 23:00 Kamertemperatuur 1/2 Kamertemperatuur in dagwerking 20 °C Kamertemperatuur in verlaagde werking 20 °C...
1.7 Afstandsbediening FE 7 Filter voor de afgevoerde lucht reinigen 1.9 Wat moet u doen als . . . ? Voor u de filtercassette opent, schakelt u de ventilatie uit. . . op het display het ventilatiesymbool knip- pert: De LZM II bevat een indicator voor de filter- reiniging dat elk kwartaal automatisch de Reinig, zoals in paragraaf 1.8 wordt beschre- opdracht geeft de filter te reinigen.
2.2 Technische gegevens (de gegevens op het typeplaatje van het toestel zijn geldig) LWA 203 LWA 203 SOL LWA 303 LWA 303 SOL Type Ordernr. 074260 074262 074261 074263 Afmetingen h/b/d 1990 x 775 x 775 Gewicht leeg/gevuld 187/490 212/498...
Pagina 18
Technische gegevens regeling (LZM II) Voedingsspanning 230 V ~ ± 10 %, 50 Hz Verbru max. 8 V A EN 60529 Beschermingsgraad IP 1XB EN 60730 Beveiligingsklasse II Werkwijze type 1B Softwareklasse A Werkingsreserve van klok, dag van de week >...
2.5 Montage Voorwaarden op de opstelplaats controleren 2.5.3 Verwarmingswateraansluiting 2.5.1 Transport De ruimte waarin het toestel moet worden Het toestel moet door de vakman volgens de geïnstalleerd, moet voldoen aan de volgende waterinstallatieschema‘s in de planningsdo- Het is verplicht om de apparatuur in de ver- voorwaarden: cumenten worden uitgevoerd.
Stekkers monteren Verwarmingsinstallatie doorspoelen 2.5.4 Warmwateraansluiting De stekkers zijn uitgerust met een arret met Voor de warmtepomp wordt aangesloten, Neem DIN 1988 en de voorschriften van de roestvrij stalen tanden en een O-ring voor de moet het leidingsysteem grondig worden plaatselijke watermaatschappij in acht.
2.5.5 Zonneaansluiting (SOL-modellen) Om dit te veranderen moeten de volgende Voor de geluidsontkoppeling en uit service- stappen worden genomen: oogpunt moet het toestel met behulp van Er zijn kniestukken met dopschroeven en een flexibele buisleiding van ca. 1 m lengte vlakke afdichtingen voorgemonteerd om de •...
Pagina 24
2.5.8 Voelermontage Afstandsbediening FE7 Weerstandswaarden PT1000 collectorsensor Aansluitpaneel De temperatuursensoren zijn zeer belangrijk Weerstand in : voor de goede werking van de verwarmings- Temperatuur in °C installatie. Daarom moet goed aandacht wor- – 30 den geschonken aan de correcte zitting en de goede installatie van de voelers.
2.5.9 Elektrische aansluiting De elektrische aansluiting moet bij het be- voegde energiebedrijf worden aangemeld. Aansluitwerken mogen alleen door een er- kende vakman overeenkomstig deze gebruiks- aanwijzing worden uitgevoerd! Schakel het toestel voor aanvang van de werkzaamheden spanningsvrij in de schakelkast. De kabels voor voeding en regelspanning moeten gescheiden van elkaar worden gelegd.
2.6 Eerste ingebruikneming Installatieconfiguratie door de instellingen in Periodiek onderhoud van de kleppen de ingebruiknamelijst. Uit het oogpunt van veiligheid dient periodiek de onberispelijke werking van de kleppen te De ingebruiknamelijst bevat alle instellingen Het is alleen voor een gekwalificeerde vakman voor de werkwijze van het regeltoestel.
2.9 Instellingen (3e bedieningsniveau) berekende spreiding. De spreiding kan van 0 NOODBEDRIJF tot 6 K worden ingesteld. Tijdens een boilerlading wordt voor de rege- Voor een optimale en zuinige werking van de Gedrag in geval van storing Fatal Error in ling van de mengklep nominale waarde VK1 installatie moeten bij de ingebruikname naast combinatie met de noodwerking:...
Pagina 31
Daarna is het alleen mogelijk de noodwer- het soort gebouw (instelling 1, 2 en 3) van de Instelling: „3“ sterke demping (berekening king op het programma in te stellen, zodat buitentemperatuur moet worden berekend. In gemiddelde waarde over 72 uur) van de bui- is gewaarborgd dat de ventilatie, warm- beide gevallen, wanneer de werkelijke of de tentemperatuur, huis met trage warmteover-...
Pagina 32
VASTE WAARDE LOOPT-MENGKL FE KEUZE Looptijd van de mengklep instelbereik 60 Vaste-waardetemperatuur Afstandsbediening FE7 naar keuze voor beide De aanvoer van de warmtepomp wordt gere- tot 240 verwarmingscircuits of ventilatie geld op de ingestelde vaste waarde. Het uur- Met de parameter FE keuze kunt u bepalen op Met deze instelling kan het gedrag van de programma wordt niet aanvaard.
Pagina 33
Kamertemperatuurafhankelijke retourtempe- Kamertemperatuurregeling met weersinvloed. RUIMTE-INVLOED ratuur met buitentemperatuurinvloed Deze regelingswijze biedt twee belangrijke Bij deze regelingswijze wordt een regelaar- voordelen: Ruimte-invloed voor afstandsbediening FE7 cascade gevormd op basis van de weersafhan- Foutief ingestelde stooklijnen worden gecorri- Standaardinstelling 5 instelbaar van ---- over kelijke en de kamertemperatuurafhankelijke geerd door de kamervoelerinvloed K, door de 0 tot 20...
Pagina 34
Wanneer het verwarmings- Standaardinstellingen: vermogen van de warmtepomp bij buitentem- DHC 1 (1,5 kW) – 5 °C bij LWA 203 (SOL) peraturen hoger dan het bivalentiepunt niet DHC 2 (2,2 kW) – 10 °C bij LWA 303 (SOL)
Pagina 35
voerlucht ontdooid. De fout wordt aangegeven Bij minimumventilatie moet op de betreffende DEBIET op het display en opgenomen in de foutenlijst. vermogensgrootte worden ingesteld (curve A Indien de verdamper 5 maal binnen 5 uur of B). Hier wordt het luchtdebiet voor de volgende Bij de LWZ 203 (SOL ...
Pagina 36
ZOMER-AIRCO DIRECTSTART STORINGSLIJST De parameter kan op UIT of AAN worden Bij de ingebruikname is het mogelijk de wer- Er kunnen 2 fouten optreden die op de fou- ingesteld. king van de warmtepomp te testen, door een tenlijst worden geregistreerd. In de foutenlijst Bij de stand AAN kan in de UIT-MODUS of in onmiddellijke start van de warmtepomp te ac- worden alle fouten die optreden, na elkaar...
Parameter 38 Storingslijst Aflezen en verhelpen van alle opgetreden fouten in de storingslijst volgens Storingstype Fout Foutbeschrijving Oplossing AFVRL.TEMP-MIN Lager dan de min. luchtafvoertemperatuur Houd alle woonruimtes, ook bij Zodra deze luchtafvoertemperatuur ≤ 13 °C is, wordt de warmtepomp uitgeschakeld en afwezigheid, op een temperatuur wordt op het display %51+3$,/
,(- weergegeven, terugschakelhysterese 2 K.
Andere parameters voor de installatieanalyse: Veiligheidsinrichtingen op het ap- Veiligheidsdrukbegrenzer (VDB) De veiligheidsdrukbegrenzer schakelt bij een paraat Parameter 32 Sofortstart (onmiddellijke start): ontoelaatbaar hoge druk in het koelmiddel- Controle van de warmtepomp-compressor Via de veiligheidsinrichtingen van het ap- circuit, bijv. door een te laag waterdebiet, de door directe start paraat wordt bij een storing het betreffende compressor uit.
AAN / UIT Warm water-hysterese 1 °C tot 10 °C 3 °C Ontdooiing – 10 °C tot 3 °C – 5 °C LWA 203 – 10 °C LWA 303 Debiet instelbaar Zomerventilatie Vorstbeveiliging – 10 °C tot 5 °C – 2 °C...