voerlucht ontdooid. De fout wordt aangegeven
op het display en opgenomen in de foutenlijst.
Indien de verdamper 5 maal binnen 5 uur
wordt ontdooid, wordt de warmtepomp van de
regelaar permanent uitgeschakeld. Op het dis-
play van de regelaar knippert het symbool en
wordt ook de fout permanent op het display
weergegeven.
Na het oplossen van het probleem moet de
warmtepomp via parameter RESET-WP wor-
den gereset.
Voorbeeld voor normale ventilatie (curve 3)
26
DEBIET
Hier wordt het luchtdebiet voor de volgende
bedrijfsmodi vastgelegd:
Instellingen voor woonoppervlak van 150 m²:
Bij Nachtventilatie is een 0,3-voudige lucht-
vervanging (curve 1) verantwoord 110 m³/u
= 3,8 V.
Bij Normale ventilatie moet het geplande
luchtdebiet worden ingesteld. Indien deze niet
bestaat, is een 0,4 tot 0,5-voudige luchtvervan-
ging verantwoord. Bij een 0,5-voudige lucht-
vervanging (curve 3) 190 m³/u = 6,5 V.
Bij Partyventilatie is een 0,6-voudige luchtver-
vanging (curve 4) verantwoord 230 m³/u =
8,0 V.
>Pð@
Bij minimumventilatie moet op de betreffende
vermogensgrootte worden ingesteld (curve A
of B).
Bij de LWZ 203 (SOL 125 m³/u = 4,0 V
Bij de LWZ 303 (SOL 175 m³/u = 5,8 V
Dit luchtdebiet wordt minstens gebruikt bij het
bedrijf van de warmtepomp.
$
%
>9@
35