2.5.8 Voelermontage
De temperatuursensoren zijn zeer belangrijk
voor de goede werking van de verwarmings-
installatie. Daarom moet goed aandacht wor-
den geschonken aan de correcte zitting en de
goede installatie van de voelers.
Buitenvoeler AFS 2 (in het toebehoren)
Breng de buitenvoeler aan op een noord- of
noordoost-muur.
Minimumafstanden:
2,5 m van de grond,
1 m zijdelings van vens-
ters en deuren. De bui-
tentemperatuursensor
moet vrij en onbeschermd
bloot staan aan de weer-
sinvloeden, mag niet
boven vensters, deuren
en luchtkanalen worden
aangebracht en mag niet
zijn blootgesteld aan di-
recte zonnestraling.
Montage:
• Trek de deksel eraf
• Bevestig het onderste deel met de bijge-
voegde schroef, steek de leiding door en
sluit deze aan.
• Plaats de deksel en laat deze hoorbaar
inklikken.
PT1000 dompelsensor (zit in het toebehoren;
alleen bij „SOL"-modellen)
De dompelsensor moet
in de dompelhuls van de
collector worden gesto-
ken (zie afbeelding).
Diameter: 6 mm
Lengte: 1,5 m
De dompelsensor met de langere
silicone aansluitkabel is de collector-
sensor (PT1000).
De juiste koppeling van de collectorsensor
(silicone aansluitkabel) is voor een onberis-
pelijke werking van een zonne-installatie van
doorslaggevende betekenis. Bij zonnecollec-
toren wordt de sensor, gezien in de stroom-
richting van het warmtedragermedium, op de
laatste collector geïnstalleerd. Met dat doel
moet op de collector de collectordompelhuls
worden gemonteerd en afgedicht. De collec-
torsensor dient van warmtegeleidende pasta
te worden voorzien en tot aan de aanslag in
het sensorbuisje te worden geschoven. De
collectordompelhuls en de dakdoorvoer die-
nen te worden voorzien van isolatie die voeg-
dicht is gesloten en UV-bestendig is.
Aanlegsensor AVF 6 (zie toebehoren)
Aanwijzingen bij de
montage: buis goed
schoonmaken. Breng de
warmtegeleidende pasta
(A) aan. Bevestig de sen-
sor met een klemband.
24
Afstandsbediening FE7
Aansluitpaneel
1
Afstandsbediening 1
3 Afstandsbediening 3
Weerstandswaarden PTC-voeler
De in het toestel ingebouwde sensoren (re-
tour-, aanvoer- en WW-sensoren), de buiten-
sensor AFS2, de aanlegsensor AVF6 hebben
allemaal dezelfde weerstandswaarden.
Weerstand in :
Temperaturen in °C
– 20
– 10
0
10
20
25
30
40
50
60
70
80
90
100
Montage van de collectorsensor
1
2
3
4
6
7
5
Afb. 11
Weerstandswaarden PT1000 collectorsensor
Temperatuur in °C
– 30
– 20
– 10
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
1367
1495
1630
1772
1922
2000
2080
2245
2417
2597
2785
2980
3182
3392
1 Temperatuursensor met
2 Isolatie
3 Dakdoorvoer
4 Warmtedragervloeistof
5 In de stromingsrichting van
6 Collectordompelhuls
7 Klemringschroefkoppeling
Weerstand in :
843
922
961
1000
1039
1078
1117
1155
1194
1232
1271
1309
1347
1385
1423
1461
warmtegeleidende pasta
(ribbelbuisslang)
(stromingsrichting)
de laatste collector