Werking van de bedieningselementen en instrumenten
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.
Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden tot
oververhitting.
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU13434
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
DWA10863
1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai rechtsom.
1. Zadelslot
2. Openen.
2. Trek het bestuurderszadel los.
Aanbrengen van het bestuurderszadel
1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging, zoals getoond in de af-
beelding.
DCA10702
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
2. Druk het bestuurderszadel aan de
achterzijde omlaag om te vergrende-
len.
3. Draai de sleutel linksom en neem deze
dan uit.
3-17
DAUM2461
3