Werking van de bedieningselementen en instrumenten
Stuurschakelaars
Links
ZAUM1162
1. Lichtsignaalschakelaar "
2. Dimlichtschakelaar "
3. Richtingaanwijzerschakelaar "
4. Claxonschakelaar "
Rechts
1
2
ZAUM1163
1. Noodstopschakelaar "
2. Startknop "
"
3. Schakelaar "INFO"
Lichtsignaalschakelaar "
Druk deze schakelaar in om met de kop-
lampen een lichtsignaal te geven.
Dimlichtschakelaar "
Zet deze schakelaar op "
licht en op "
" voor dimlicht.
Richtingaanwijzerschakelaar "
Druk deze schakelaar naar "
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar "
" om afslaan naar links aan
DAU1234H
"
/
"
/
"
"
3
/
"
DAU12381
"
DAU12401
/
"
" voor groot-
DAU12461
/
"
" om afslaan
3-11
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
Claxonschakelaar "
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
Noodstopschakelaar "
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op "
". Zet deze schakelaar op "
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
Startknop "
"
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien. Zie pagina 5-2 voor
startinstructies voordat u de motor start.
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje (al-
leen voor model met ABS) kan gaan
branden als de sleutel naar "ON" wordt ge-
draaid en de startknop wordt ingedrukt. Dit
wijst echter niet op een storing.
Informatieschakelaar "INFO"
Deze schakelaar wordt gebruikt voor het
maken van selecties in het functiedisplay
van de multifunctionele meter en om het
waarschuwingslampje hoge toeren te acti-
veren of deactiveren. (Zie pagina 3-3 voor
informatie over de multifunctionele meter
en pagina 3-3 voor informatie over het
waarschuwingslampje hoge toeren van de
toerenteller.)
DAU12501
"
DAU12661
/
"
" om
DAU12713
DAU44712
DAUM3451
3