De beperkte grondspeling en
bodemvrijheid in de bocht van
verlaagde motorfietsen in acht
nemen.
De bodemvrijheid in de bocht in
ongevaarlijke situaties testen. Bij
het op- en afrijden van stoepran-
den en dergelijke hindernissen
de beperkte grondspeling van uw
motorfiets in acht nemen.
Door de verlaging wordt de veer-
weg korter (zie "Technische ge-
gevens"). Een mogelijke beper-
king van het gebruikelijke rijcom-
fort kan het gevolg zijn. Vooral
wanneer met duopassagier wordt
gereden moet de veervoorspan-
ning overeenkomstig worden
aangepast.
Inrijden
De eerste 1000 km
Tijdens de inrijperiode veelvul-
dig met wisselende belasting
en toerentallen rijden.
Kies indien mogelijk bochti-
ge en licht geaccidenteerde
wegen, bij voorkeur geen auto-
snelwegen.
Het overschrijden van de
inrijtoerentallen verhoogt de
motorslijtage.
De voorgeschreven inrijtoerental-
len aanhouden.
Inrijtoerentallen niet overschrij-
den.
Inrijtoerental
-1
<4000 min
Niet voluit accelereren.
Bij volle belasting lage toeren-
tallen vermijden.
Na 500 - 1200 km de eerste
inspectie laten uitvoeren.
Remblokken
Nieuwe remblokken moeten "in-
lopen" en leveren dan ook tij-
dens de eerste 500 km nog niet
de optimale remvertraging. De
iets geringere remvertraging kan
worden gecompenseerd door de
remhendel/het rempedaal krachti-
ger te bedienen.
Nieuwe remblokken kun-
nen de remweg aanzienlijk
verlengen.
Vroeg remmen.
Banden
Nieuwe banden hebben een glad
oppervlak. Zij moeten dan ook
met een beheerste rijstijl door
het inrijden met wisselende over-
hellingshoeken worden ingere-
den. Pas na het inrijden is de
volledige grip van het loopvlak
bereikt.
5
87
z