geïsoleerde pooltangen
gebruiken.
Starthulp met een hogere
spanning dan 12 V kan tot
schade aan de boordelektronica
leiden.
De accu van het stroomleverende
voertuig moet een spanning van
12 V hebben.
De motorfiets neerzetten en
erop letten dat de ondergrond
vlak en stevig is.
De berijders-buddyseat verwij-
deren (
77)
Tijdens de starthulp de accu
niet van het boordnet losma-
ken.
Beschermkap van de pluspool
verwijderen.
De rode hulpstartkabel eerst
op de pluspool van de ontladen
accu en daarna op de pluspool
van de hulpaccu aansluiten.
De zwarte hulpstartkabel op de
minpool van de hulpaccu en
daarna op de minpool van de
ontladen accu aansluiten.
De motor van de stroomleve-
rende motorfiets of auto tijdens
de starthulp laten draaien.
De motorfiets met de ontladen
accu normaal starten. Bij het
mislukken van de startpoging,
ter bescherming van de start-
motor en de hulpaccu, pas na
enkele minuten weer een nieu-
we startpoging ondernemen.
Beide motoren enkele minuten
laten draaien, voordat de hulp-
startkabels worden losgemaakt.
Hulpstartkabels eerst van de
min- en vervolgens van de
pluspool losmaken.
Beschermkap weer op accu-
pluspool aanbrengen.
Geen startspray of derge-
lijke hulpmiddelen voor het
starten van de motor gebruiken.
De berijders-buddyseat aan-
brengen (
77)
Accu
Onderhoudsaanwijzingen
Vakkundig onderhoud, lading en
opslag verlengen de levensduur
van de accu en zijn een voor-
waarde voor eventuele garantie-
claims.
Om een lange levensduur van
de accu te bereiken, moeten de
volgende richtlijnen worden aan-
gehouden:
De bovenzijde van de accu
goed schoon en droog houden
De accu niet openen
Geen water bijvullen
Voor het opladen van de ac-
cu beslist de oplaadaanwijzin-
gen op de volgende pagina's in
acht nemen
De accu niet ondersteboven
houden
Een aangesloten
accu wordt door de
boordelektronica (klok enz.)
ontladen. Dit kan leiden tot een
8
139
z