met de waarden op het multi-
6
functioneel display.
Aanpassing van de
101
bandenspanning
Vergelijk de RDC-waarde op het
multifunctioneel display met de
waarde op de achterzijde van de
omslag van de handleiding. De
afwijking tussen beide waarden
moet met de bandenspannings-
meter bij het tankstation worden
gecompenseerd.
Voorbeeld: Volgens de handlei-
ding moet de bandenspanning
z
2,5 bar bedragen, op het multi-
functioneel display wordt 2,3 bar
weergegeven, dit is dus 0,2 bar
te weinig. De bandenspannings-
meter bij het tankstation geeft
2,4 bar aan. Deze waarde moet
met 0,2 bar worden verhoogd tot
2,6 bar, om de correcte banden-
spanning in te stellen.