helderder. Als de maximale
4
helderheid is bereikt, neemt
deze bij elke druk op de toets
54
weer af.
Boordcomputer
Weergave selecteren
Contact inschakelen.
z
Toets 1 bedienen.
SU
Met iedere toetsbediening wor-
den uitgaande van de actuele
waarde in de onderstaande volg-
orde weergegeven:
Omgevingstemperatuur
Actieradius
Gemiddelde snelheid
Gemiddeld verbruik
Oliepeilaanduiding
Bandenspanning (SU)
Omgevingstemperatuur
Als de motorfiets stilstaat kan de
warmte van de motor de meting
van de omgevingstemperatuur 1
beïnvloeden. Als de invloed van
de warmte van de motor te groot
wordt, wordt tijdelijk
--
display weergegeven.
Als de omgevingstempe-
ratuur tot beneden 3 °C
daalt, verschijnt een waarschu-
wing voor mogelijke gladheid
door ijsvorming. De eerste keer
dat de temperatuur beneden de-
ze waarde daalt, wordt ongeacht
de displayinstelling automatisch
op het