4
58
Toets 1 zo vaak bedienen, tot
de bandenspanningen worden
weergegeven.
z
Verlichting
Stadslicht
Het parkeerlicht wordt automa-
tisch tegelijk met het contact in-
geschakeld.
Het stadslicht belast de
accu. Het contact slechts
voor een beperkte tijdsduur
inschakelen.
Dimlicht
Het dimlicht wordt automatisch
ingeschakeld na het starten van
de motor.
U kunt bij een afgezette
motor het licht inschakelen,
door bij ingeschakeld contact het
grootlicht in te schakelen of het
lichtsignaal te bedienen.
Grootlicht en lichtsignaal
Grootlichtschakelaar 1 aan bo-
venzijde bedienen.
Grootlicht ingeschakeld.
Grootlichtschakelaar 1 in de
middelste stand zetten.
Grootlicht uitgeschakeld.
Grootlichtschakelaar 1 aan on-
derzijde bedienen.
Zolang de schakelaar wordt
bediend, is het grootlicht inge-
schakeld (lichtsignaal).
Parkeerlicht inschakelen
Contact uitschakelen.
Direct na het afzetten van het
contact de richtingaanwijzer-
schakelaar links 1 bediend
houden.
Het parkeerlicht wordt inge-
schakeld.