Inhoudsopgave
Advertenties
10.1 Controleer of alle lucht is verwijderd
10 - Vrijgeven en injecteren van contrastmiddel
en zoutoplossing
Waarschuwing: luchtembolie kan leiden tot overlijden of ernstig letsel van de patiënt.
Sluit de patiënt pas op de injector aan en probeer pas te injecteren nadat alle lucht uit de
spuit en uit het vloeistoftraject is verwijderd. Door de aanwijzingen voor het gebruik van
MEDRAD
FluiDots-indicatoren (indien van toepassing) zorgvuldig te lezen, verkleint u het
®
risico van luchtembolie.
Het systeem vraagt de operator te controleren of de lucht uit de wegwerpset is
verwijderd voordat een injectie wordt gestart. Na andere uitgevoerde handelingen
met de injector waarbij mogelijk lucht in de wegwerpset kan komen, wordt de operator
via een controlemelding in het hoofdscherm gevraagd opnieuw te bevestigen dat de
lucht is verwijderd. De operator is ervoor verantwoordelijk dat de lucht met succes uit
de wegwerpset wordt verwijderd. De operator moet verifiëren dat alle lucht met succes
uit de wegwerpset is verwijderd, voordat er contrastmiddel of zoutoplossing bij de
patiënt wordt geïnjecteerd.
Het pictogram voor luchtcontrole wordt gemarkeerd nadat de operator op het
aanraakscherm heeft bevestigd dat de lucht verdreven is. Het pictogram blijft
gemarkeerd totdat het systeem de operator vraagt opnieuw op de aanwezigheid
van lucht te controleren.
10 - 71
Advertenties
Inhoudsopgave
