15.7.4 Classificatie apparatuur
15.7.5 EU-richtlijn
15.7.6 Prestaties vloeistofafgifte
15.7.7 Systeemreactie op occlusies
Type bescherming tegen elektrische schokken: klasse 1.
Mate van bescherming tegen elektrische schokken: defibrillatiebestendig aangebracht
onderdeel van type CF.
Mate van bescherming tegen binnendringen van water: IPX1.
Mate van veiligheid van toepassing in aanwezigheid van een brandbaar anesthetisch
mengsel met lucht, zuurstof of lachgas: deze apparatuur is niet geschikt voor gebruik
in de nabijheid van brandbare anesthetische mengsels met lucht, zuurstof of lachgas.
Bedrijfsmodus: continu.
Product van klasse I: een product dat wordt geleverd met een betrouwbare aarding (PE),
zodat alle toegankelijke metalen onderdelen niet onder spanning komen te staan als de
basisisolering niet werkt, en daarmee bescherming biedt tegen elektrische schokken
als de basisisolering niet werkt.
Defibrillatiebestendig aangebracht onderdeel van type CF: het injectiesysteem is type
CF defibrillatiebestendig, zodat het systeem kan worden gebruikt terwijl het aangebrachte
onderdeel tijdens defibrillatie met de patiënt is verbonden. Tijdens de ontlading van een
hartdefibrillator bij een patiënt die is aangesloten op het defibrillatiebestendige aangebracht
onderdeel komen er geen gevaarlijke energieën op de behuizingen en signaalinvoer- en
uitvoeronderdelen te staan.
IPX1: IEC 60529-classificatie voor de mate van bescherming (IP-code) door behuizingen
van elektrische apparatuur tegen het met schadelijke gevolgen binnendringen van verticaal
druppelend water.
Continubedrijf: werking onder normale belasting gedurende een onbepaalde tijd,
zonder dat de opgegeven temperatuurgrenzen worden overschreden.
Het MEDRAD
Avanta-vloeistofinjectiesysteem voldoet aan de essentiële vereisten van de
®
Richtlijn Medische Hulpmiddelen 93/42/EEG en draagt de CE-markering als aanduiding
van conformiteit met de voorwaarden in deze richtlijn.
Met het systeem kan de operator de injector programmeren op injectie met een vaste
flowsnelheid bij een constante snelheid van 1 tot 45 ml/s, in stappen van 1 ml/s. Met het
systeem kan de operator tevens een injectie programmeren met een snelheid van 1 tot
10 ml/s in stappen van 0,1 ml/s, welke snelheid tijdens het injecteren door de operator
kan worden bijgesteld.
Het systeem geeft zoutoplossing af met een snelheid van 0,75 - 1,50 ml/s. Bij het
doorspoelen van de wegwerpset met zoutoplossing wordt niet meer dan 5 ml contrastmiddel
verplaatst. Tijdens het injecteren van contrastmiddel kan geen zoutoplossing worden
afgegeven. De afgifte van zoutoplossing wordt door de operator via de handbediening
of bij het opstarten vanaf het display gestart.
Als in een occlusie, een blokkade (de flowsnelheid bedraagt minder dan 10% van
de geprogrammeerde snelheid), of tegen een zeer hoge druk in wordt geïnjecteerd,
wordt de vrijgave geannuleerd. Een blokkade die langer duurt dan één seconde
heeft tot gevolg dat de injectie automatisch wordt beëindigd.
15 - 105
15 - Specificaties