•
De aanwezigheid van ronde MEDRAD
zich in het geheel geen luchtbellen in de spuitpunt bevinden. Door de
aanwijzingen voor het vullen van de spuit en het gebruik van MEDRAD
FluiDots-indicatoren (indien van toepassing) zorgvuldig te lezen, verkleint u
het risico van een luchtembolie.
•
Vul en/of injecteer uitsluitend als de spuit goed op de injectorkop is
aangesloten. Een verkeerde aansluiting kan tot afgifte van een te klein
volume, luchtembolie of persoonlijk letsel leiden.
Waarschuwing: de patiënt kan letsel oplopen als hij of zij is aangesloten wanneer
de knop "Engage Plunger" (plunjer aankoppelen) wordt ingedrukt. Zorg ervoor dat
de patiënt is afgekoppeld voordat de knop "Engage plunger" wordt ingedrukt.
Zorg dat:
• Het systeem aanstaat en het scherm Case Setup (casusset-up) op de DCU wordt
weergegeven.
OPMERKING:
Om de volgende procedures uit te voeren, moet de operator op
de DCU de schermen Case Setup (casusset-up) selecteren.
Bij het verwisselen van een spuit tijdens een procedure of na de initiële set-up:
1.
Koppel de patiënt altijd los van de wegwerpset voor één patiënt (SPAT).
2.
Koppel de MPAT-slang los van de spuit.
3.
Maak de wegklapbare armen los en verwijder de spuit door de spuit een kwartslag
rechtsom te draaien.
4.
Druk in het hoofdscherm op "Setup".
5.
Druk op "Multi-Patient Syringe" (spuit voor meerdere patiënten).
6.
Druk op "Retract piston" (zuiger terugtrekken). De zuiger wordt door het systeem
teruggetrokken.
7.
Haal de spuit uit de verpakking, richt de spuit zodanig dat deze in de behuizing van
het wegklapbare deel past, plaats de spuit in de drukhuls en breng de wegklapbare
armen omhoog.
8.
Sluit de wegklapbare armen. Een hoorbare klik geeft aan dat de spuit juist geplaatst is.
9 - 67
®
FluiDots-indicatoren betekent niet dat
9 - Set-up
®