®
MEDRAD
Avanta-vloeistofinjectiesysteem
4.
Normale injectie met variabele snelheid
a
Programmeer het systeem op 1 ml/s voor een injectie van 10 ml met variabele
snelheid. Stel de Pressure Limit (druklimiet) in op 300 psi.
b.
Geef het systeem vrij. Het vrijgavelampje moet constant branden als het systeem
is vrijgegeven, en het systeem moet in het begin een pieptoon geven.
c.
Start de injectie met variabele snelheid via de handbediening. Varieer tijdens
het injecteren de flowsnelheid. Controleer of u de snelheid kunt variëren van
0 tot 1 ml/s. Het geleverde volume moet 10 ml zijn. Er mag geen druklimitering
optreden.
d.
De Flow Rate (flowsnelheid) moet veranderen met de positie van de trekker
op de handbediening. De DCU moet tijdens het injecteren de flowsnelheid van
moment tot moment weergeven.
e.
Het constant brandende vrijgavelampje moet tijdens het injecteren gaan knipperen.
De injectie moet zonder fouten worden voltooid. Als het systeem voldoende
vloeistof voor een volgende injectie bevat, moet het weer in de vrijgegeven stand
terugkeren. Als het systeem onvoldoende vloeistof bevat, wordt een dialoogvenster
weergegeven dat aangeeft dat het injecteren is voltooid.
5.
Vrijgave geannuleerd vanwege lucht in de lijn
a
Vul de spuit opnieuw met 150 ml vloeistof. Leeg na het vullen indien nodig de
contrastlijn en zoutoplossingslijn.
b.
Programmeer het systeem op 5 ml/s voor een injectie van 40 ml met vaste
snelheid.
c.
Geef het systeem vrij. Het vrijgavelampje moet constant branden als het systeem
is vrijgegeven, en de injector moet in het begin een pieptoon geven.
d.
Start het injecteren en neem tijdens het injecteren de contrastlijn uit de
contrastluchtdetector.
e.
Het systeem moet lucht in de lijn detecteren en de vrijgave annuleren.
Er moet een melding op de DCU worden weergegeven dat er lucht is gedetecteerd.
Als u de melding bevestigt, moet het systeem terugkeren in inactieve staat.
f.
Plaats de contrastlijn weer in de luchtdetector.
g.
Geef het systeem weer vrij.
h.
Het vrijgavelampje moet constant branden als het systeem is vrijgegeven,
en het systeem moet in het begin een pieptoon geven.
i.
Start met de handbediening een doorspoeling met zoutoplossing en neem tijdens
het spoelen de zoutoplossingslijn uit de luchtdetector.
j.
Het systeem moet lucht in de lijn detecteren en de vrijgave annuleren, waardoor
het doorspoelen met zoutoplossing wordt stopgezet. Er moet een melding op de
DCU worden weergegeven dat er lucht is gedetecteerd. Als u de melding bevestigt,
moet de injector terugkeren in inactieve staat.
k.
Plaats de zoutoplossingslijn weer in de luchtdetector.
6.
Vrijgave geannuleerd vanwege te laag vloeistofniveau
a
Verwijder de vloeistofbron van de druppelkamer voor de zoutoplossing. Start via
de handbediening een spoeling met zoutoplossing.
b.
Het systeem moet detecteren dat er te weinig vloeistof in de lijn zit, en
het doorspoelen stoppen. Er moet hierover een melding op de DCU worden
weergegeven. Als u de melding bevestigt, keert het systeem terug in
inactieve staat.
14 - 98