Inhoudsopgave
Advertenties
1.
Systeemetiketten
Verzeker u ervan dat alle veiligheids- en waarschuwingsetiketten op hun plaats zitten en
goed leesbaar zijn.
2.
Opstarten
a.
Stel het systeem in werking.
b.
Controleer of de audiosignalen van de DCU goed functioneren.
c.
Controleer of alle vensters en indicatoren goed functioneren.
d.
Controleer of de vrijgavelampjes op de injectorkop goed functioneren.
e.
Controleer of het veiligheidsscherm wordt weergegeven nadat het systeem zijn
zelfdiagnostische controles heeft doorlopen.
f.
Druk op CONTINUE (doorgaan) om de meldingen in het veiligheidsscherm te
bevestigen.
g.
Druk aan de achterkant van de DCU op DCU Brightness UP (helderheid verhogen),
totdat het beeldscherm maximaal verlicht is. Druk op DCU Brightness DOWN
(helderheid verlagen) totdat het beeldscherm maximaal donker is. Stel het
scherm weer af op het gewenste contrastniveau.
OPMERKING:
Voor de volgende procedure gebruikt u ter controle water
of een andere beschikbare vloeistof, zoals zoutoplossing.
U hoeft voor deze controle geen contrastmiddel te gebruiken.
Alle wegwerpartikelen moeten na de controleprocedure op
de juiste manier worden afgevoerd.
OPMERKING:
Als de spuit voor een bepaalde test onvoldoende inhoud
heeft, vult u deze voordat u de test start.
3.
Normale vaste injectie/doorspoeling
a
Ga naar het Setup-scherm en maak het systeem gereed voor vloeistofafgifte
met een volledig met vloeistof gevulde wegwerpset voor één patiënt/wegwerpset
voor meerdere patiënten. Hang het uiteinde van de wegwerpset voor één
patiënt/wegwerpset voor meerdere patiënten in een beker of andere opvangbak
om de testvloeistof in op te vangen. Indien voorzichtig uitgevoerd, is voor
deze controleprocedure geen wegwerpset voor één patiënt nodig. Zorg voor
zakken met zoutoplossing als vloeistofbron voor zowel het contrastmiddel- als
zoutoplossingskanaal van het systeem. Vul de druppelkamers en vul volgens
de in deze handleiding beschreven methode een spuit met 150 ml vloeistof.
Ontlucht na het vullen de contrast- en zoutoplossingslijn.
b.
Programmeer het systeem op 45 ml/s voor een injectie van 70 ml. Stel de
druklimiet in op 1200 psi.
c.
Start de injectie met vaste flowsnelheid via de handbediening. Het toegediende
volume moet op 70 ml staan. Er mag geen druklimitering optreden.
d.
Het constant brandende vrijgavelampje moet tijdens het injecteren gaan knipperen.
De injectie moet worden voltooid, waarna de vrijgave van het apparaat wordt
geannuleerd. Op de DCU moet het dialoogvenster worden weergegeven dat
aangeeft dat het injecteren is voltooid.
e.
Spoel via de handbediening door met zoutoplossing. Het systeem moet
zoutoplossing in de zoutoplossingslijn van de wegwerpset voor één
patiënt/wegwerpset voor meerdere patiënten pompen.
14 - 97
14 - Reiniging en onderhoud
Advertenties
Inhoudsopgave
