8.3.4 Een protocol verwijderen
2.
Selecteer een eerder opgeslagen injectieprotocol door op een van de protocolnamen
aan weerszijden van het scherm te drukken. Na selectie van een injectieprotocol
worden de voornaamste parameters van dat protocol in het midden van het scherm
weergegeven.
3.
Druk op "OK" om terug te keren naar het hoofdscherm.
OPMERKING:
Als een protocol wordt opgeroepen en vervolgens gewijzigd,
wordt linksboven in het scherm een asterisk (*) na de
protocolnaam weergegeven, ten teken dat het protocol
niet meer gelijk is aan het opgeslagen protocol.
Een in het geheugen opgeslagen protocol verwijdert u als volgt:
1.
Druk rechtsboven in het hoofdscherm op "Recall" (oproepen).
2.
Selecteer een eerder opgeslagen injectieprotocol door op een van de protocolnamen
aan weerszijden van het scherm te drukken. Na selectie van een injectieprotocol
worden de voornaamste parameters van dat protocol in het midden van het scherm
weergegeven.
3.
Druk op "Delete" (verwijderen) om het protocol definitief uit het geheugen te
verwijderen.
4.
Bevestig indien gevraagd.
8 - 43
8 - Functies van de bedieningsmonitor (DCU)