Download Print deze pagina

Werking Onder Onvoorziene Omstandigheden; Besturing-Alternatieve Methode Voor Noodsituaties; Gebruik Met Alleen Bakboordmotor; In Versnelling Schakelen-Noodprocedure - Mercury Zeus 3000 Handleiding

Pod drive-modellen

Advertenties

Hoofdstuk 3 - Op het water
De cruisecontrol wordt niet uitgeschakeld als de ERC-hendels op een hoger motortoerental staan dan het
daadwerkelijke toerental. Zet de hendels terug in de vooruit-arreteerstand om uit te schakelen.

Werking onder onvoorziene omstandigheden

Besturing—alternatieve methode voor noodsituaties
Als het elektronische stuur uitvalt, horen de gashendels van de motor (ERC-hendels), de trimvinnen en de joystick van de
boot nog steeds te werken. De gashendels en trimvinnen kunnen worden gebruikt als alternatief in noodsituaties voor
sturen in open water als er geen voorwerpen of andere vaartuigen in de nabijheid zijn.
Om de stuurfunctie en koers te behouden, dient u goed te letten op het motortoerental dat voor elke gashendel wordt
gebruikt. U kunt de trimvinnen bijstellen ter ondersteuning bij het sturen van de boot. Een bestuurder moet het op deze
wijze besturen van de boot regelmatig oefenen, zodat hij/zij vertrouwd is met de werking van de gashendels en trimvinnen
bij het sturen van de boot.
De joystick kan worden gebruikt als alternatief besturingssysteem wanneer de boot vlakbij voorwerpen, steigers en andere
vaartuigen vaart. Bij gebruik van de joystick is het motortoerental beperkt.

Gebruik met alleen bakboordmotor

De tegenkrachtfunctie van het stuurwiel werkt alleen als de contactsleutel aan stuurboord in de aan-stand staat. Als de
contactsleutel aan stuurboord uit staat, of als het elektrische systeem aan stuurboord is beschadigd, wordt het stuurwiel
bewaakt door het bakboordstuursysteem.
Als daarentegen alleen de bakboordkant werkt of als alleen de contactsleutel aan bakboord in de aan-stand staat, dan
heeft het stuurwiel geen eindpunten door het tegenkrachtsysteem. In dat geval draait de aandrijving altijd in de richting
waarin het stuurwiel wordt gedraaid, totdat de mechanische grenzen van de aandrijving zijn bereikt. Als er schade is aan
het elektrisch systeem aan bakboord, dan werkt het stuurwiel normaal, met volledige tegenkracht en eindpunten.
De boot kan worden gebruikt als éénmotorig vaartuig. Besef wel dat de joystick en Skyhook dan niet beschikbaar zijn. Het
AutoPilot-systeem is echter dubbel uitgevoerd, zodat Auto Heading (automatische koers) en Track Waypoint
(bestemmingspunt volgen) tijdens gebruik met één motor nog steeds beschikbaar zijn.
In versnelling schakelen—noodprocedure
Als een transmissie of elektrisch systeem is beschadigd of als een situatie heeft geleid tot een storing waardoor een
transmissie niet reageert op de dashboardbediening, dan kan handmatig een versnelling worden geschakeld. In
noodgevallen kunt u met een geschikte moersleutel handmatig een transmissie in de versnelling zetten door de juiste
schakelmagneetklep te activeren.
Let op het volgende:
Het is beter om één aandrijving te gebruiken die correct werkt, dan om de aandrijving die niet goed werkt te
vergrendelen en te gebruiken. Deze procedure gebruikt u wanneer geen van beide aandrijvingen reageren op de
dashboardbediening.
Bij gebruik van noodschakeling werken Auto Heading (automatische koers) en Track Waypoint (bestemmingspunt
volgen).
U kunt de motor afzetten door de ERC-hendel in achteruit te zetten.
Als de transmissie volgens de noodbediening in versnelling is vergrendeld, wordt de schakelbediening via het dashboard
onbruikbaar. Vaar voorzichtig wanneer de versnellingvergrendeling is geschakeld. U kunt uit de versnelling schakelen
door de contactsleutel naar "OFF" (uit) te draaien.
1.
Bepaal welke transmissie niet in de versnelling schakelt.
2.
Zet de motoren af en haal de sleutel uit het contact.
Motoronderdelen en vloeistoffen zijn heet en kunnen ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Laat de motor afkoelen
voordat u onderdelen verwijdert en voordat u vloeistofslangen opent.
3.
Verwijder het deksel van de aandrijving van de defecte transmissie. Raadpleeg hiervoor de handleiding voor de
booteigenaar.
4.
Zoek de magneetklep van de vooruitversnelling aan bakboordzijde van de defecte transmissie (de draad heeft het
label "Forward Gear" [vooruitversnelling]).
NB: Blijf van de magneetklep af voor de achteruitversnelling aan de stuurboordkant van de transmissie (de draad heeft
het label "Reverse Gear" [achteruitversnelling]).
5.
Gebruik een inbussleutel van 3 mm om de magneetklepbout bovenop het midden van de magneetklep van de
vooruitversnelling rechtsom te draaien totdat hij niet verder kan.
Bladzijde 64
OPGELET
!
WAARSCHUWING
!
90-8M0088589
OKTOBER 2013
nld

Advertenties

loading