Hoofdstuk 2 - Vertrouwd raken met uw motorinstallatie
Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren. Dit kan één of
meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken:
•
Opvarenden kunnen naar voren worden geworpen bij onverwacht stoppen van de voorwaartse beweging; dit is vooral
een probleem voor passagiers vóór in de boot die over de boeg gestoten kunnen worden en door de voortstuwings- of
besturingsonderdelen geraakt kunnen worden.
•
Verlies van vermogen en de macht over het stuur in ruwe zee, sterke stroming of harde wind.
•
Verlies van de macht over het stuur tijdens het aanleggen.
Vermijd ernstig en dodelijk letsel door sterke remkrachten als gevolg van het per ongeluk of onbedoeld activeren van de
dodemansschakelaar. De bestuurder van de boot mag nooit de bestuurdersplaats verlaten zonder eerst het
dodemansschakelaarkoord van zijn lichaam los te halen.
Overbelasting en vaartuiginterfacepaneel (VIP)
Er is meestal een vaartuiginterfacepaneel (VIP) gemonteerd in de motorruimte. Het VIP bevat stroomverbrekers die de
systeembedrading helpen beschermen.
b
a
e
De motoren starten en stoppen
Uw Zeus motorinstallatie heeft een SmartStart-systeem met een knop voor het starten en stoppen van de motoren in
noodgevallen, extern gemonteerd op het VIP. Het VIP bevindt zich meestal in de motorruimte.
Onder normale omstandigheden start en stopt u de motor vanaf het dashboard met de start/stop-knop van het SmartStart-
systeem.
De zeewaterpompen op boten met Zeus Pod Drives kunnen beschadigd raken door extreme uitlaatbeluchting als gevolg
van onvoldoende waterstroming. Om te zorgen voor voldoende waterstroming door de zeewaterinlaatopeningen moet de
boot al varen voordat een motortoerental van 1500 omw/min wordt bereikt.
Een motor starten met de SmartStart-schakelaar op het VIP
Soms zult u de motor vanuit de motorruimte willen starten, of zullen de motorbesturingssystemen misschien niet in staat
zijn om een motor automatisch te starten. De motoren kunnen worden gestart met de "SMARTSTART" (stop/start)
schakelaar op het VIP van elke motor.
1.
Voer de controles en stappen uit die staan vermeld in de gebruiks- en onderhoudshandleiding van de motor die
verkrijgbaar is voor deze installatie.
NB: Sommige boten zijn niet voorzien van een zeewaterretourkraan.
2.
Open de zeewaterretourkraan, indien aanwezig. Draai de hendel in de richting van het pijltje.
a
Bladzijde 18
WAARSCHUWING
!
c
d
50530
KENNISGEVING
b
41198
a -
hoofdstroomverbreker (25 A)
b -
stroomverbreker VIP-diagnose (10 A)
c -
stroomverbreker dashboard (10 A)
d -
stroomverbreker SIM/boot (10 A)
e -
stroomverbreker transmissie (15 A)
Voor de duidelijkheid afgebeeld met aandrijvingsdeksel ver‐
wijderd
a -
hendel in open stand
b -
zeewaterretourkraan (overboord), indien aanwezig
90-8M0088589
OKTOBER 2013
nld