Hoofdstuk 7 - Opsporen van storingen
Symptoom
Stuurwiel is verder gedraaid dan het eindpunt.
Trimvinnen
De automatische trimvinnen werken niet.
De automatische trimvinnen werken wel, maar niet correct.
De boot reageert wisselend
Symptoom
De boot reageert traag.
De boot trilt of reageert langzaam na
een geluid of botsing.
Accu kan niet geladen worden
Mogelijke oorzaak
Te veel stroomonttrekking vanaf accu.
Losse of vuile elektrische aansluitingen of beschadigde
bedrading.
Dynamoaandrijfriem los of in slechte staat.
Accuconditie onaanvaardbaar.
Acculaadschakelaar op uit.
Geen elektriciteit van de wal.
Meters en instrumenten
Mogelijke oorzaak
Meters werken niet.
Galvanische isolator
Symptoom
Rood lampje brandt. Groen lampje knippert een
keer.
Rood lampje brandt. Groen lampje knippert
twee keer.
Rood lampje brandt. Groen lampje knippert drie
keer.
Bladzijde 122
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Zet de contactsleutel naar Uit en weer naar Aan om de zelfcentrering van het stuurwiel en de
cruise control te herstellen en om te proberen de storingscode te wissen.
Symptoom
Controleer of alle motoren aan staan en goed werken. Start gestopte motoren.
Kijk naar de storingscodes op de VesselView.
Controleer de brandstofkwaliteit.
Inspecteer het waterscheidend brandstoffilter en tap het af.
1.
Zet de motoren af en controleer de motorruimte op schade.
2.
Controleer op schade aan de aandrijvingen in de motorruimte of onder de boot.
3.
Keer met lage snelheid terug naar de haven.
4.
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats als u schade hebt aangetroffen of
vermoedt.
1.
Zet de motoren af.
2.
Schakel uit en verwijder sleutels.
3.
Controleer schroeven op schade. Als u schade aantreft, brengt u de schroeven ter reparatie of vervanging
terug naar uw erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Schakel alle niet-noodzakelijke accessoires (zoals de airconditioning en de waterverwarmer) uit.
Controleer alle bijbehorende elektrische aansluitingen en draden (met name accukabels). Maak
ze schoon en zet defecte aansluitingen vast. Repareer of vervang defecte bedrading.
Zorg ervoor dat de omgeving van de massa-aansluitingen schoon is en dat er goed metaal-op-
metaal contact is.
Vervang de riem of stel hem af.
Test accu.
Zet de acculaadschakelaar aan.
Controleer de staat van de aansluitingen, kabels en de stroomvoorziening van de wal. Repareer
of vervang naar vereist.
Draai de sleutel naar uit en weer naar aan.
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Condensatorcircuit op galvanische isolator
verbroken.
Diode in galvanische isolator kortgesloten.
Diodecircuit in galvanische isolator verbroken.
Start de motor en zet de motor in versnelling.
Zet de schakelaar voor handmatig afstellen van de automatische vinnen uit.
Controleer het vloeistofpeil van de stuuractuator en vul bij indien nodig. Zie
hoofdstuk 5 - Onderhoud.
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Controleer het vloeistofpeil van de stuuractuator en vul bij indien nodig. Zie
hoofdstuk 5 - Onderhoud.
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Oplossing
Oplossing
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Vervang de galvanische isolator.
Vervang de galvanische isolator.
Vervang de galvanische isolator.
90-8M0088589
OKTOBER 2013
nld