Download Print deze pagina

Joystick; Elektronische Afstandsbedieningen; Stuursysteem - Mercury Zeus 3000 Handleiding

Pod drive-modellen

Advertenties

Joystick

Symptoom
De boot kan niet met de joystick worden bediend.
Reactie op joystickcommando's is verkeerd of de joystick werkt
onafhankelijk van commando's.
De joystick werkt niet goed en er is een storingscode ingesteld.
De joystick werkt niet—geen storingscode ingesteld, cruise
control ingeschakeld.

Elektronische afstandsbedieningen

Symptoom
Het is te moeilijk of te makkelijk om de hendel van de ERC
(elektronische afstandsbediening) uit de neutraal-arreteerstand
te halen.
Het is te moeilijk of te makkelijk om de ERC-hendel door zijn
bewegingsbereik te bewegen.
De ERC-hendel verhoogt het motortoerental, maar schakelt niet
in versnellingen en de boot beweegt niet.
De ERC-hendel bedient de motor en aandrijving, maar bereikt
geen vol gas.
De ERC-hendel bedient de motor en de aandrijving, maar
reageert niet lineair.
Als één ERC-hendel wordt bewogen, reageren beide motoren.
De ERC-bediening, joystick en het stuurwiel werken niet.

Stuursysteem

Symptoom
Het stuurwiel biedt geen weerstand maar bestuurt de boot
wel.
Het stuurwiel bestuurt de boot niet.
Het sturen gaat wel, maar de boot reageert minder goed.
90-8M0088589
OKTOBER 2013
nld
Beide hendels van de afstandsbediening staan niet in neutraal. Zet de
afstandsbedieningshendels op neutraal.
Een of beide motoren lopen niet. Start de motor of motoren.
Zorg ervoor dat er nabij de joystick geen radio's of andere bronnen van elektronische of
magnetische interferentie zijn.
Controleer VesselView op bewaking-storingscodes die kunnen zorgen voor verminderd
motorvermogen. Laat het systeem bij een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats
controleren als er een storingscode wordt weergegeven.
Schakel de cruise control uit.
Stel de arreteerspanning af. Zie hoofdstuk 2 - Elektronische afstandsbediening (ERC)
met twee hendels—Functies en gebruik.
Stel spanningsschroef hendel af. Zie hoofdstuk 2 - Elektronische afstandsbediening
(ERC) met twee hendels—Functies en gebruik.
Draai de sleutel naar uit en weer naar aan.
Kijk naar de knop "Throttle Only" (alleen gas) op de DTS-trackpad. Zet de ERC-hendels
in neutraal en druk op de knop om uit te schakelen als het lampje brandt.
Controleer het transmissievloeistofpeil en vul bij indien nodig. Zie hoofdstuk 5 -
Onderhoud.
Schakel handmatig. Zie hoofdstuk 3 - Schakelen—Noodprocedure.
Neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Als de motor maar tot 50% van vol gas komt, controleert u de knop "DOCKING" op de
DTS-trackpad. Zet de hendels in neutraal en druk op de knop om uit te schakelen als het
lampje brandt.
Kijk op VesselView om te zien of cruise control aan staat. Zet cruise control uit.
Controleer schroef op schade. Controleer VesselView op bewaking-storingscodes die
kunnen zorgen voor verminderd motorvermogen. Als u deze vindt, laat het vaartuig dan
nakijken bij uw erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats en overleg of de schroeven
moeten worden vervangen.
Zet de schakelaar voor handmatig afstellen van de automatische vinnen los of zet de
vinnen omhoog.
Kijk naar de knop "TROLL" op de DTS-trackpad. Zet de hendels in neutraal en druk op
de knop "TROLL" om die functie uit te schakelen als het lampje brandt.
Controleer of de Dock- (aanmeren) of Cruise Control-modus actief is. Schakel uit als een
hiervan aan staat.
Kijk naar de knop "1 LEVER" op de DTS-trackpad. Zet de hendels in neutraal en druk op
de knop "1 LEVER" om deze functie uit te schakelen als het lampje brandt.
Schakel de dashboardbediening weer in. Druk op "HELM" (dashboard) op de DTS-
trackpad. (Alleen op boten met meerdere dashboards.)
De contactsleutel aan stuurboord staat uit. Zet de contactsleutel aan stuurboord op aan.
Controleer en start de stuurboordmotor.
Stroomonderbreker bedrading stuurboord geactiveerd. Stel de stroomonderbreker terug.
Neem voor gebruik onder onvoorziene omstandigheden gas terug en schakel over op
joystickbediening om te sturen. Neem contact op met een erkende Mercury Diesel
reparatiewerkplaats.
Controleer het vloeistofpeil van de stuuractuator en vul bij indien nodig. Zie hoofdstuk 5 -
Onderhoud.
Zie Werking onder onvoorziene omstandigheden, stuur- en trimsysteem—Handmatige
uitschakeling of neem contact op met een erkende Mercury Diesel reparatiewerkplaats.
Draai de sleutel naar uit en weer naar aan.
Controleer en start de bakboordmotor.
Controleer de trimvinfunctie.
Controleer het vloeistofpeil van de stuuractuator en vul bij indien nodig. Zie hoofdstuk 5 -
Onderhoud.
Hoofdstuk 7 - Opsporen van storingen
Oplossing
Oplossing
Oplossing
Bladzijde 121

Advertenties

loading