Hoofdstuk 3 - Op het water
•
Laat niemand op een deel van de boot zitten of meevaren dat niet voor dergelijk gebruik is bedoeld. Dit geldt onder
meer voor de rugleuning van de stoelen, gangboorden, de spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen en draaibare
visstoelen. Opvarenden mogen niet gaan zitten op plaatsen waar plotselinge onverwachte acceleratie, plotseling
stoppen, onverwacht verlies van de macht over het stuur of een plotselinge beweging van de boot ertoe kunnen leiden
dat iemand overboord of in de boot valt. Zorg dat alle opvarenden een goede zitplaats hebben voordat de boot gaat
varen.
Vaar nooit onder invloed van alcohol of verdovende middelen. Dat is wettelijk verboden.
•
Alcohol en verdovende middelen hebben een nadelige invloed op uw beoordelingsvermogen en verminderen uw
reactievermogen aanzienlijk.
Zorg dat u het vaarwater kent en vermijd gevaarlijke locaties.
Let goed op.
•
De bestuurder van de boot is er volgens de wet verantwoordelijk voor om goed uit te kijken en te luisteren. De
bestuurder moet onbelemmerd zicht hebben, vooral naar voren. Het zicht van de bestuurder mag niet worden
belemmerd door passagiers, lading of visstoelen wanneer er sneller dan met stationair toerental of met
planeerovergangssnelheid gevaren wordt. Houd de andere mensen, het water en uw kielzog in het oog.
Vaar nooit direct achter een waterskiër aan.
•
Bij een vaarsnelheid van 40 km/u (25 mph) haalt u een gevallen skiër die 61 m (200 ft) vóór u ligt binnen vijf seconden
in.
Wees alert op gevallen waterskiërs.
•
Wanneer u de boot voor waterskiën of vergelijkbare activiteiten gebruikt, moet u een gevallen waterskiër altijd aan die
kant van de boot houden waar de bestuurder zich bevindt wanneer u omkeert om de waterskiër op te halen. De
bestuurder moet de gevallen skiër altijd kunnen zien en mag nooit achteruit naar de skiër of naar andere personen in
het water varen.
Meld ongelukken.
•
Bestuurders van boten moeten volgens de wet bij de politie een bootongelukverslag indienen wanneer hun boot bij
bepaalde bootongelukken betrokken was. Bootongevallen moeten gemeld worden (1) als iemand is overleden of dreigt
te overlijden, (2) als er letsel is dat voor behandeling meer dan eerste hulp vereist, (3) als de vaartuig- of materiële
schade meer dan $500 bedraagt of (4) als de gehele boot verloren gaat. Nadere informatie kunt u verkrijgen bij de
plaatselijke overheid.
Varen - algemeen
Opslag bij koud weer (vorst), seizoensopslag en opslag op lange termijn
BELANGRIJK: Mercury Marine raadt sterk aan om dit onderhoud te laten uitvoeren bij een erkende Mercury Diesel
reparatiewerkplaats. Door vorst veroorzaakte schade wordt niet door de beperkte garantie van Mercury Marine gedekt.
Water dat is ingesloten in het zeewatergedeelte van het koelsysteem kan roest of vorstschade veroorzaken. Leeg het
zeewatergedeelte van het koelsysteem onmiddellijk na gebruik of vooraf aan een langere opslagperiode bij temperaturen
onder het vriespunt. Als de boot in het water ligt, moet de zeewaterkraan dicht blijven totdat de motor opnieuw gestart
wordt, om te voorkomen dat er water terugstroomt in het koelsysteem. Als de boot geen zeewaterkraan heeft, houd de
waterslang dan afgekoppeld en dichtgestopt.
NB: Bevestig bij wijze van voorzorgsmaatregel een label aan het contactslot of stuurwiel om de gebruiker van de boot
eraan te herinneren dat de zeewaterkraan moet worden geopend of ontstopt of de waterinlaatslang weer moet worden
aangesloten voordat de motor wordt gestart.
Een boot wordt geacht opgeslagen te zijn wanneer hij niet wordt gebruikt. De periode waarin de motorinstallatie niet
gebruikt wordt, kan kort zijn (een dag of twee dagen) of een seizoen of langdurige periode wezen. Er dienen bepaalde
voorzorgsmaatregelen getroffen en procedures gevolgd te worden om de motorinstallatie tijdens opslag te beschermen
tegen vorstschade, corrosieschade of beide.
Vorstschade kan ontstaan wanneer in het zeewaterkoelsysteem ingesloten water bevriest. Na gebruik van de boot
bijvoorbeeld kan blootstelling aan vorst al snel resulteren in vorstschade.
Corrosieschade wordt veroorzaakt door zout water, verontreinigd water of water met een hoog mineraalgehalte dat in het
zeewaterkoelsysteem wordt ingesloten. Zout water mag zelfs niet tijdens kortstondige opslag in het motorkoelsysteem
achterblijven: tap het zeewaterkoelsysteem en spoel het door na elke tocht.
Gebruik bij koud weer verwijst naar gebruik van de boot als er kans op vorst bestaat. Opslag bij koud weer (vorst) verwijst
naar perioden waarin de boot niet gebruikt wordt en waarin kans op vorst bestaat. In die gevallen moet het
zeewatergedeelte van het koelsysteem na gebruik helemaal afgetapt worden.
Seizoensopslag verwijst naar gevallen waarin de boot gedurende een maand of langer niet gebruikt wordt. De tijdsduur
varieert naar gelang de geografische locatie van de boot in opslag. De voorzorgsmaatregelen en procedures voor
seizoensopslag omvatten alle stappen voor opslag bij koud weer (vorst) plus nog enige andere stappen die genomen
moeten worden als de opslag langer zal duren dan de korte opslagperiode bij koud weer (vorst).
Bladzijde 34
KENNISGEVING
90-8M0088589
OKTOBER 2013
nld