Download Print deze pagina

Besturingsoverdracht En Precision Pilot; Onderdelen Van De Autopilot-Trackpad; Vereisten Kaartplotter; Responsinstellingen - Mercury Zeus 3000 Handleiding

Pod drive-modellen

Advertenties

Hoofdstuk 3 - Op het water
NB: Als de besturingsoverdracht niet binnen tien seconden voltooid wordt, wordt het verzoek automatisch
geannuleerd en klinkt er een dubbele pieptoon. De besturing vindt nog steeds plaats via het op dat moment actieve
dashboard. Druk nogmaals op de knop "TRANSFER" om de besturingsoverdracht opnieuw te starten.
4.
Het dashboard waarop het verzoek om besturingsoverdracht werd gegeven, is nu actief en bestuurt de boot.

Besturingsoverdracht en Precision Pilot

Het overdragen van de besturing van een actief roer op een niet-actief roer (tussen stations) heeft gevolgen voor de
werking van de Precision Pilot-modi. Hieronder staan enige van deze effecten vermeld.
De modus Auto Heading wordt uitgeschakeld wanneer de ERC-hendels op neutraal worden gezet voor de
besturingsoverdracht. U moet de modus Auto Heading opnieuw inschakelen op het dashboard dat nu actief is
geworden.
Wanneer u een besturingsoverdracht aanvraagt, gaat de Pilot naar stand-by. U moet informatie invoeren op het
dashboard dat nu actief is geworden.
Als Skyhook is ingeschakeld, wordt deze uitgeschakeld zodra de knop "TRANSFER" voor de tweede keer wordt
ingedrukt. U moet Skyhook inschakelen op het dashboard dat nu actief is geworden.
De functie Hervatten voor Auto Heading wordt niet automatisch overgedragen. Na het inschakelen van de vorige Auto
Heading-koers op het actief geworden dashboard, werkt de functie Hervatten net zoals op het andere actieve station.
In de modus Track Waypoint (routepunt volgen) worden het regelen van de route en de weergave van de
routegegevens op uw kaartplotter niet automatisch overgedragen naar de kaartplotter op het actief geworden
dashboard. U moet de kaartplotter op het actief geworden dashboard inschakelen, het bestemmingspunt of de te
volgen bestemmingsroute opnieuw invoeren en de functie Track Waypoint opnieuw inschakelen.

Onderdelen van de Autopilot-trackpad

Vereisten kaartplotter

Veel van de onderdelen en functies voor Autopilot maken gebruik van informatie van een kaartplotter. Maar niet elke
kaartplotter beschikt over de informatiekwaliteit die nodig is voor een goede werking van deze functies. De kaartplotter in
uw boot is geselecteerd uit een goedgekeurde lijst die is opgesteld en wordt bijgehouden door Mercury Marine. Deze
kaartplotters hebben speciale software die voldoet aan de strenge eisen voor een goede verbinding met de Autopilot en de
joystick.
Slechte kwaliteit of onzorgvuldig, door niet goedgekeurde kaartplotters of software gegenereerde informatie kan ertoe
leiden dat functies verkeerd, onverwacht of helemaal niet werken. Het updaten van software naar een niet goedgekeurde
versie kan er eveneens toe leiden dat het systeem niet goed werkt. Raadpleeg uw erkende dealer of bel de klantenservice
van Mercury voor een lijst van goedgekeurde kaartplotters.
BELANGRIJK: Bij gebruik van de Autopilot moet de aankomstzone op de kaartplotter worden ingesteld op ten minste 0,05
zeemijl. Als u de aankomstzone op ten minste 0,05 zeemijl instelt, kan de Autopilot met de bocht beginnen zonder een
plotselinge verandering in de vaarrichting.

Responsinstellingen

Druk op de responsknop om te bepalen hoe snel of langzaam de boot reageert op geprogrammeerde wijzigingen in de
Autopilot-modi. De reactiesnelheid van de boot wordt bepaald door een responswaarde in VesselView. Telkens als u op
RESPONSEdrukt, gaat het responslampje knipperen om aan te geven dat u de responsinstelling voor die modus hebt
gewijzigd.
Aantal knipperingen
1
2
3

VesselView Autopilot-scherm

Op het Autopilot-scherm van VesselView wordt het volgende weergegeven:
De hoek van de aandrijvingen in de standby-modus
Een digitale kompaswaarde van de huidige koers
Drie pictogrammen voor het op dat moment geselecteerde responsniveau
motortoerental
Bladzijde 52
Aangegeven responsinstelling
1
2
3
Kracht van de correctie
Mild (voor milde of kalme omstandigheden)
Gemiddeld (voor gemiddelde omstandigheden)
Krachtig (voor zware omstandigheden)
90-8M0088589
nld
OKTOBER 2013

Advertenties

loading