<Menu>
afdrukformaat>
<Faxinstellingen>
Hiermee kunt u instellingen configureren voor het ontvangen en doorsturen van faxen.
<Afdrukken op beide zijden>
Kies deze optie om instellingen op te geven voor het dubbelzijdig afdrukken van ontvangen documenten.
<Uit>
<Aan>
<Menu>
op beide zijden>
<ECM RX>
Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM) in- of uitschakelen. ECM controleert op fouten in faxgegevens en
corrigeert deze. Als u foutcorrectie wilt toepassen op verzonden faxen
<Uit>
<Aan>
<Menu>
RX>
●
ECM moet zijn ingeschakeld op de machine en het andere faxapparaat omdat er foutcontroles
worden uitgevoerd op zowel het versturende als ontvangende apparaat.
●
Zelfs als ECM is ingeschakeld, kunnen er fouten optreden als gevolg van de toestand van de
telefoonlijn.
●
Het verwerken van gegevens kan langer duren als ECM is ingeschakeld omdat de foutcontroles en -
correcties worden uitgevoerd terwijl de gegevens worden verzonden.
<Inkomend belsignaal>
Kies deze optie om instellingen op te geven voor het weergeven van een belsignaal bij een binnenkomende fax.
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer <Automatisch> of <Fax/telefoon (autom. schakelen)> is geselecteerd
als de ontvangstmodus. Geef aan hoe vaak u een belsignaal wilt horen bij een binnenkomende fax. U kunt er
ook voor kiezen geen belsignaal weer te geven.
Overzicht van menuopties
<Functie-instellingen>
Selecteer het papierformaat
*1
<Functie-instellingen>
<Aan>
<Functie-instellingen>
<Aan>
*3
<Ontvangen/doorzenden>
<Ontvangen/doorzenden>
<ECM TX>(P. 551) .
<Ontvangen/doorzenden>
559
<I-faxinstellingen>
<RX-
<Faxinstellingen>
<Afdrukken
<Faxinstellingen>
<ECM