●
Als u instelt op <Aan>, kan de beeldkwaliteit veranderen of een papierstoring optreden als er een
bepaalde tijd verstrijkt na het afdrukken op de voorzijde, of afhankelijk van de vochtigheidsgraad van de
omgeving.
<Modus voor ruw papier>
Als u op ruw papier afdrukt, en vooral als kleurenafbeeldingen te licht zijn, selecteert u <Aan>. U kunt deze
optie per papierbron instellen.
<Multifunctionele lade>
<Uit>
<Aan>
<Lade 1>
<Uit>
<Aan>
*
<Lade 2>
<Uit>
<Aan>
<Menu>
<Aanpassing/onderhoud>
verwerking>
de papierbron die moet worden ingesteld
●
Als u <Aan> selecteert, kan de afdruksnelheid lager zijn, of kan de beeldkwaliteit veranderen.
<Preventie sluiten envelopflap>
Als de flappen van enveloppen tijdens het afdrukken vast gaan zitten aan de envelop zelf, selecteert u <Aan>.
<Uit>
<Aan>
<Menu>
<Aanpassing/onderhoud>
verwerking>
envelopflap>
●
Als u <Aan> selecteert, wordt de toner misschien niet voldoende bevestigd, hetgeen leidt tot vage
afdrukken.
<Papierkreukelcorrectie>
Afdrukken kunnen kreukelen, afhankelijk van het te gebruiken papier. In dat geval kan het instellen van dit
item het probleem oplossen. Het verbeterende effect is sterker met <Modus 2> dan met <Modus 1>.
<Uit>
<Modus 1>
Overzicht van menuopties
<Beeldkwaliteit aanpassen>
<Verwerking van speciaal papier>
<Beeldkwaliteit aanpassen>
<Verwerking van speciaal papier>
<Aan>
<Ja>
479
<Modus voor ruw papier>
<Toepassen>
<Ja>
<Preventie sluiten
<Speciale
Selecteer <Aan> in
<Speciale