Een specifiek adres invoeren
Een bereik van adressen opgeven Plaats een afbreekstreepje tussen de adressen.
[Subnetinstellingen]
Als u het IPv4-adres handmatig invoert, kunt u een bereik opgeven door het subnetmasker te gebruiken.
Voer het subnetmasker in en gebruik punten om getallen te scheiden (bijvoorbeeld:"255.255.255.240").
[Prefixlengte]
Door het bereik van IPv6-adressen handmatig op te geven kunt u ook het bereik opgeven met behulp van
prefixes. voer een bereik in tussen 0 en 128 als de prefix-lengte.
[Lokale poort]/[Externe poort]
Als u voor elk protocol afzonderlijke beleidsinstellingen wilt opgeven, bijvoorbeeld voor HTTP en WSD, voert
u hier het poortnummer van het protocol in als daarvoor IPSec moet worden gebruikt.
IPSec wordt niet toegepast op de volgende pakketten
●
Loopback-, multicast- en broadcast-pakketten
●
IKE-pakketten (via UDP op poort 500)
●
Pakketten voor 'neighbor solicitation' en 'neighbor advertisement' van ICMPv6
9
Geef de IKE-instellingen op.
[IKE-modus]
Hier ziet u de modus die wordt gebruikt voor het protocol voor het uitwisselen van sleutels. Het apparaat
ondersteunt de hoofdmodus, niet de agressieve modus.
[Authenticatiemethode]
Selecteer [Methode gedeelde sleutel] of [Methode digitale handtekening] als methode voor het verifiëren van
het apparaat. U moet eerst TLS inschakelen voor de externe UI. Pas daarna selecteert u [Methode gedeelde
sleutel]. Genereer of installeer sleutel en certificaat voordat [Methode digitale handtekening] selecteert.
De sleutel en certificaat voor TLS configureren(P. 384)
[Geldig voor]
Geef aan hoe lang een sessie duurt voor IKE SA (ISAKMP SA). Geef de tijd op in minuten.
Het apparaat beheren
Beschrijving
IPv4:
Gebruik een punt als scheidingsteken.
IPv6:
Gebruik een dubbele punt als scheidingsteken tussen
alfanumerieke tekens.
398
Voorbeeld
192.168.0.10
fe80::10
192.168.0.10-192.168.0.20