●
Als u de printernaam invoert, kunt u meerdere printers die compatibel zijn met AirPrint gemakkelijker
identificeren.
◼
Instelling van beschikbare functies in AirPrint wijzigen
Als u ongebruikte functies in AirPrint wilt uitschakelen of als u de communicatie wilt versleutelen, configureert u de
desbetreffende instelling met behulp van het bedieningspaneel.
Afdrukinstellingen en faxinstellingen wijzigen
Bij het afdrukken of het verzenden van faxberichten met AirPrint wordt gebruikgemaakt van het IPP-protocol.
De functie in-/uitschakelen (Aan/Uit)
U kunt opgeven of AirPrint gebruikt moet worden voor het afdrukken en voor het verzenden van faxen. De
standaard fabrieksinstelling is <Aan>.
<Menu>
afdrukken>
De instelling voor TLS wijzigen
U kunt opgeven of de communicatie versleuteld moet worden met TLS als u met AirPrint afdrukt of faxberichten
verzendt. De standaard fabrieksinstelling is <Uit>.
<Menu>
afdrukken>
De scaninstelling wijzigen
Configureer de scaninstelling met behulp van AirPrint.
De functie instellen op Inschakelen of Uitschakelen
U kunt de scanfunctie van AirPrint in- en uitschakelen. De standaard fabrieksinstelling is <Aan>.
<Menu>
instellingen>
TLS-instellingen wijzigen
U kunt opgeven of bij het scannen van gegevens met behulp van AirPrint, TLS communicatie moet worden
gecodeerd. De standaard fabrieksinstelling is <Uit>.
Aan mobiele apparaten koppelen
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Stel <Gebruik IPP-afdrukken> in op <Uit> of <Aan>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Stel <Gebruik TLS> in op <Uit> of <Aan>
<Voorkeuren>
<Netwerk>
Stel <Network Link Scan gebruiken> in op <Uit> of <Aan>
339
<TCP/IP-instellingen>
<Instellingen IPP-
<TCP/IP-instellingen>
<Instellingen IPP-
<Toepassen>
<TCP/IP-instellingen>
<Network Link Scan-
<Toepassen>
<Toepassen>