<Geavanceerd gladmaken>
Configureer de vloei-instellingen voor de contouren van grafische afbeeldingen (bijvoorbeeld afbeeldingen
die zijn gemaakt met behulp van toepassingen), of tekst met een vloeiende afwerking.
<Geavanceerd gladmaken>
Selecteer of u verwerking met vloeiing wilt toepassen. <Niveau 2> geeft een contour een vloeiender
afwerking dan <Niveau 1>. Probeer het eerst met <Niveau 1>.
<Uit>
<Niveau 1>
<Niveau 2>
<Menu>
<Functie-
instellingen>
gladmaken>
<Toepassen op illustraties>
Geef op of u de vloeiende modus wilt toepassen op grafische afbeeldingen als <Geavanceerd gladmaken>
is ingesteld op <Niveau 1> of <Niveau 2>.
<Uit>
<Aan>
<Menu>
<Functie-
instellingen>
gladmaken>
<Toepassen op tekst>
Geef op of u de vloeiende afwerking wilt toepassen op de tekst als <Geavanceerd gladmaken> is ingesteld
op <Niveau 1> of <Niveau 2>.
<Uit>
<Aan>
<Menu>
<Functie-
instellingen>
gladmaken>
●
De instellingen van <Toepassen op illustraties> en <Toepassen op tekst> zijn uitsluitend van kracht als
[Geavanceerd effenen] is ingesteld op [Standaardwaarde printer] in het printerstuurprogramma.
Overzicht van menuopties
<Printer>
<Printerinstellingen>
<Geavanceerd gladmaken>
*1
<Printer>
<Printerinstellingen>
<Toepassen op illustraties>
*1
<Printer>
<Printerinstellingen>
<Toepassen op tekst>
Selecteer <Uit> of <Aan>
507
<Afdrukkwaliteit>
Selecteer het item
<Afdrukkwaliteit>
Selecteer <Uit> of <Aan>
<Afdrukkwaliteit>
<Geavanceerd
<Geavanceerd
<Geavanceerd